Hoewel de kerstboom in Nederland gemeengoed is, staan vooral de Amerikanen en de Engelsen bekend om hun enorme liefde voor kerst met alles wat daar bij komt kijken. Toch is het fenomeen “kerstboom” van oorsprong een Duitse traditie. Hier bestond zelfs ver voor Christus namelijk al een heidense gewoonte om pijnboomtakken (die altijd groen bleven) te versieren. Door toedoen van de evangelisten is deze traditie overgegaan in de samenkomst rondom een versierde boom, als symbool van saamhorigheid en vriendelijkheid. Pas in de 19e eeuw, toen de Engelse koningin Victoria trouwde met de Duitse prins Albert, heeft het Engelse koningshuis de Duitse traditie overgenomen. Vervolgens waaide deze traditie, zoals zoveel Europese tradities, over naar Amerika. Aldaar worden tegenwoordig jaarlijks 34,5 miljoen kerstbomen verkocht, wat zorgt voor een jaarlijkse omzet van ruimt 1,2 miljard dollar en liefst 135.000 mensen aan het werk zet. De kerstboom is dus niet langer een gezellige en kneuterige traditie, maar big business.