Afronding H1 Wateroverlast

Afronding hoofdstuk 1

QUIZ

Daarna keuze opties!

Log in op LessonUp




1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Afronding hoofdstuk 1

QUIZ

Daarna keuze opties!

Log in op LessonUp




Slide 1 - Slide

Al het water in sloten, kanalen, rivieren en meren noem je ... ?
A
Zichtwater
B
Oppervlaktewater
C
Brak water
D
Grondwater

Slide 2 - Quiz

Wat is gevolg van verstedelijking/verstening voor de piekafvoer van de rivier?
A
De piekafvoer komt eerder
B
De piekafvoer is kleiner
C
De piekafvoer komt eerder en is groter
D
De piekafvoer komt later en is groter

Slide 3 - Quiz

Wat is wat?
Wat is wat?
Een stroomgebied (1) wordt begrensd door de waterscheiding (2).
De neerslag wordt afgevoerd door het stroomstelsel (3).

Slide 4 - Slide

Welke grondsoort(en) is/zijn gevoelig voor verdroging van de bodem?
A
Zand
B
Klei
C
Klei en veen
D
Zand en klei

Slide 5 - Quiz

Wat is het "debiet" van een rivier?
A
Hoeveelheid water per jaar
B
De stroomsnelheid van het water op een bepaald punt gemeten
C
De hoeveelheid water per seconde op een bepaald punt gemeten
D
Overzicht van verschil in waterhoeveelheid gedurende het jaar

Slide 6 - Quiz

Waar vindt de meeste verticale erosie plaats?
A
Middenloop
B
Benedenloop
C
Bovenloop
D
Ligt aan de situatie!

Slide 7 - Quiz

Bij een westerstorm wordt het water vanuit zee ver de Nieuwe Waterweg opgestuwd.
Welke term hoort hierbij?
A
Adaptatie
B
Fluviaal
C
Verzilting
D
Hoofdwatersysteem

Slide 8 - Quiz

Sleep de begrippen op de juiste plaats!
Uiterwaard
Zomerdijk
Winterdijk
Vaargeul

Slide 9 - Drag question

Noem de drie soorten rivieren

Slide 10 - Mind map

Hoe noemen we de getijden die horen bij de afbeeldingen?
A
boven: doodtij onder: springtij
B
boven: springtij onder: doodtij
C
boven: vloed onder: eb
D
boven: eb onder: vloed

Slide 11 - Quiz

waarom is aan de Nederlandse kust de vloedstroom sterker dan de ebstroom?

Slide 12 - Open question

Getijdenstroom in de Noordzee
Langs de Nederlandse westkust gaat de vloedstroom van zuid naar noord.

Windrichting (en zeestroming) helpen een handje mee.

Slide 13 - Slide


Op de foto zie je?
A
Strandsuppletie
B
Zandmotor
C
Vooroeversuppletie
D
Harde kustverdediging

Slide 14 - Quiz

De zandmotor is een voorbeeld van ruimte voor de rivier.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quiz

de Zandmotor
Een nieuwe manier om de kust te verdedigen. Je spuit voortdurend zand voor de Nederlandse kust en laat de zee zelf het zand verspreiden (i.p.v. om de 5 jaar het zand op strand te spuiten).
Zeestromen en getijden zorgen voor de verspreiding van het zand. 

Slide 16 - Slide

Kribben in een rivier
zorgen voor ...
A
een betere bevaarbaarheid
B
minder sedimentatie in de vaargeul
C
een snelle afvoer van het water
D
meer Ruimte voor de Rivier

Slide 17 - Quiz

Het verlagen van kribben zorgt voor:
A
een betere bevaarbaarheid
B
minder sedimentatie in de vaargeul
C
een snelle afvoer van het water
D
meer ruimte voor de Rivier

Slide 18 - Quiz

Wat is zijn nog meer doelen van ruimte voor de rivier (behalve vergroten veiligheid)
A
natuurontwikkeling en recreatie
B
recreatie en zorgen voor extra vaarroutes
C
natuurontwikkeling en zorgen voor extra vaarroutes

Slide 19 - Quiz

Welke stap in de drietrapsstrategie hoort bij: het aanleggen van noodoverloopgebieden?
A
vasthouden
B
bergen
C
afvoeren

Slide 20 - Quiz

Wat is het fluviale schaalniveau?
A
Schaalniveau van de rivier
B
Schaalniveau van meerdere steden
C
Schaalniveau van het stroomgebied
D
Schaalniveau dat steeds verandert.

Slide 21 - Quiz

Wat is geen maatregel in
het kader van Ruimte voor
de Rivier?
A
kribverlaging
B
aanleg nevengeul
C
kanaliseren
D
dijkverlegging

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Zijn er vragen?
Rest van dit lesuur en morgen: 
  • Escaperoom wateroverlast (= alleen morgen!)
  • Maken oude examenopgave HAVO als voorbereiding op de toets
  • Werken aan PO deel 1 en 2

Slide 24 - Slide