4.0 en 4.1 oriëntatie en van handwerk naar machine

Hoofdstuk 4 De industriële revolutie
1750-1900
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 De industriële revolutie
1750-1900

Slide 1 - Slide

Tijdvak van burgers en stoommachines
1800-1900

Slide 2 - Slide

Vóór de Industriële revolutie

Slide 3 - Slide

Het begin van een nieuwe tijd.

Slide 4 - Slide

Circa 1750
Circa 1850

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video



Industriële revolutie
1750-1850

Hoofdstuk 4: Industriële Revolutie
Par. 4.1: Van handwerk naar machine
Hoe werd Engeland een industriële samenleving?

Slide 7 - Slide

De eerste fabrieken
Industrialisatie = de opkomst van de productie in fabrieken
Huisnijverheid = werk dat mensen thuis voor een ondernemer doen om wat extra geld te verdienen

Slide 8 - Slide

De eerste fabrieken






Uitvinders bedenken nieuwe machines om de productie te verhogen.


Wol                          Katoen

Slide 9 - Slide

De eerste fabrieken

Van handkracht naar watermolens die spin- en weefmachines aandrijven

Slide 10 - Slide


Stoommachine
Rond 1764 



  • Eerste werkende stoommachine van de industriële revolutie werd uitgevonden door Thomas Newcomen in 1712. Werd gebruikt om water uit kolenmijnen te pompen.
  • James Watt verbeterde de stoommachine zodat deze gebruikt kon worden om spin- en weefmachines aan te drijven.




Watermolens 
Stoommachines
Industriële revolutie = grote veranderingen door de komst van fabrieken, machines en stoomtreinen
De eerste fabrieken

Slide 11 - Slide

Oorzaken van de industrialisatie
  1. Verbeteringen in de landbouw --> hogere 
opbrengsten --> meer voedselaanbod --> bevolkingsgroei;
   2. Toename arbeidskrachten: Boeren trokken van het platteland naar de steden opzoek naar werk.
   3. Goedkope grondstoffen (o.a. katoen) beschikbaar uit Britse kolonies.
   4. Grote voorraden steenkool en ijzererts (Engeland) : brandstof voor stoommachines en staal voor machines en spoorwegen.
  5. Er werden steeds weer nieuwe machines uitgevonden --> maakte spullen goedkoper --> vraag bleef stijgen --> meer fabrieken nodig

Slide 12 - Slide


Wat was niet een oorzaak van de industriële revolutie?
A
Huisnijverheid
B
Goedkope grondstoffen
C
Verbeteringen in de landbouw
D
Bevolkingsgroei

Slide 13 - Quiz

Gevolgen van de industrialisatie
  1.  Van een landbouw-stedelijke samenleving naar een industriële samenleving:    
         Huisnijverheid --> massaproductie (= met machines meer producten tegelijk produceren)
   2.  Infrastructuur: betere verbindingen over land 
en water om zo goedkoop mogelijk producten of
grondstoffen te vervoeren 
   3. Mensen trekken naar de stad: in industrie-
gebieden was veel werk --> grote steden
   4. Luchtverontreiniging: Toegenomen gebruik
van steenkool leidde tot luchtverontreiniging 
         ---> slecht voor gezondheid 
         ---> opwarming van de aarde

Slide 14 - Slide

Welk gevolg van industrialisatie zie je hier?
A
industriële samenleving
B
infrastructuur
C
urbanisatie
D
luchtverontreiniging

Slide 15 - Quiz

Wat past bij industrialisatie?
Arbeiders
Steenkool als 
brandstof
Engeland
Hout als brandstof

Slide 16 - Drag question

Welk gevolg van industrialisatie zie je hier?
A
industriële samenleving
B
infrastructuur
C
urbanisatie
D
luchtverontreiniging

Slide 17 - Quiz

Zet de verschijnselen op de juiste volgorde, van links naar rechts, zodat er een logische volgorde ontstaat.
Meer vraag naar kleding
Techniek in de landbouw verbetert
De bevolking groeit
Meer voedsel

Slide 18 - Drag question

Opdracht over de oorzaken en de gevolgen van de industriële revolutie...
timer
10:00
Oorzaak
Gevolg
Klaar? Afmaken par. 4.1

Slide 19 - Slide