This lesson contains 9 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Aan het eind van de les
kan je aangeven tussen welke tientallen, honderdtallen of duizendtallen een getal ligt.
begrijp je hoe je snel weet welk getal precies in het midden tussen twee tientallen, honderdtallen of duizendtallen ligt.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
bij een winactie van een supermarkt moet je raden hoeveel paaseitjes er in een grote pot zitten. Wim denkt 110, Maartje denkt 120. Er zitten 116 eitjes in de pot. Wie zat er het dichtste bij?
Slide 5 - Open question
rond 6703 af op tientallen
Slide 6 - Open question
Rond 5950 af op honderdtallen
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Melissa en Dick schatten hoe hoog een gebouw is. Melissa denkt dat het gebouw 600 meter hoog is, Dick denkt dat het 700 meter hoog is. Het gebouw is 640 meter hoog. Wie zit er het dichtste bij?