GT3 6.3 schema

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Vorige les

- leerlingen & strafwerk
- Van inkoopprijs naar consumentenprijs

Aantekening vorige les

 - Brutowinstmarge: brutowinst per product als % van de inkoopprijs

- inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs

- Als consument betaal je NIET de verkoopprijs, maar de consumentenprijs

- Verkoopprijs + BTW = consumentenprijs

Van de

- Achter het woordje van de = 100%
- 25% van de inkoopprijs --> inkoopprijs 100%

Inkoopprijs + ........ = verkoopprijs

1. Brutowinstmarge
2. BTW
3. Consumentenprijs

Als consument betaal je de verkoopprijs.

1. Juist
2. Onjuist

Als consument betaal je de consumentenprijs

1. Juist
2. Onjuist

Schema verkoopprijs

Inkoopprijs		100%
Brutowinstmarge		+ 25% van de inkoopprijs
Verkoopprijs		125%

De brutowinstmarge is 25% VAN DE inkoopprijs. Hoe veel % is de inkoopprijs?

1. 100%
2. 125%
3. 75%

Schema consumentenprijs

Verkoopprijs		100%
BTW	+ €	+ 21%
consumentenprijs	€

Bij de verkoopprijs tel je nog de ..... op om de consumentenprijs te krijgen.

1. BTW
2. brutowinstmarge

De BTW is 21% VAN DE verkoopprijs. De verkoopprijs is dan ..... %

1. 121%
2. 100%
3. 79%

Inkoopprijs € 500 ( paar dia's terug)

Inkoopprijs		100%
Brutowinstmarge		+ 41%
Verkoopprijs

Verkoopprijs		100%
BTW		+ 21%
Consumentenprijs

Bij het bovenste schema is de inkoopprijs het beginstation. Het beginstation is 100%

Bij het onderste schema is de verkoopprijs het beginstation, 100%.

Het beginstation is dus 100%

Bij het bovenste schema is de verkoopprijs 125% maar bij het onderste schema 100%. Hoe kan dit?

Bij het onderste schema is de verkoopprijs het beginstation. En het beginstation 100% Bij het bovenste schema is de verkoopprijs het eindstation.

BTW en de winkelier

- Doorgeefluik voor de belastingdienst.
- De ontvangen BTW over verkopen moet je betalen aan de belastingdienst.
- De betaalde BTW bij inkopen mag je verrekenen (??)

- Ontvangen BTW over verkopen:            € 10.000
- Betaalde BTW over inkopen:                    € 4000   
- te betalen aan de belastingdienst: € 10.000 - € 4.000 = € 6.000