This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
Welkom bij:
Vragen over het MBO!
Slide 1 - Slide
Tips en eventuele uitleg van de dia's vind je tijdens het presenteren rechtsonder bij het 'A4'-symbooltje. (Leerlingen krijgen dit niet te zien!)
Waar denk je aan bij het MBO? (typ 1 woord)
Slide 2 - Mind map
Vraag lln wat ze al weten over het MBO; waar denken ze als eerste aan.
De antwoorden komen in de dia te staan.
Slide 3 - Video
Algemeen filmpje: (lln moeten naar het bord kijken!)
duur 32 sec.
algemene inleiding
Hoeveel beroepsopleidingen zijn er in het MBO? (Typ je antwoord.)
Slide 4 - Open question
In het filmpje:
500+
(500.000 studenten in het MBO en beroepen zijn zo'n 40%)
Slide 5 - Video
Algemeen filmpje:
duur 1:17
Verschillende soorten MBO's
(bespreek in de klas)
Is er een
verschil tussen
ROC en het MBO?
Slide 6 - Slide
ROC is 'n MBO, maar er zijn meerdere soorten MBO's:
- ROC (regionaal diverse opleidingen bij elkaar)
- AOC (agrarisch)
- Vakinstelling (richt zich één specifiek onderwerp)
- Particuliere opleidingen (worden niet gefinancierd door de overheid, zijn dus duurder)
Slide 7 - Video
Ander filmpje:
duur 46 sec
Verschil BOL en BBL
Leg uit wat het verschil is tussen een BOL en BBL opleiding.
Slide 8 - Slide
Belangrijkste verschil:
Bij een BOL-opleiding doet je kennis op door theorie te leren.
Bij een BBL-opleiding leer je door ervaring op te doen in de werkpraktijk.
BOL
Bij een BOL-opleiding krijgen studenten veel theorie op school en opdrachten om thuis mee aan de slag te gaan. Ook volgen ze een korte stage om praktijkervaring op te doen. Als studenten een BOL-opleiding volgen gaan ze vijf dagen per week naar school.
BBL
Studenten gaan bij een BBL-opleiding vooral werken en één of twee dagen naar school. De nadruk ligt op de praktijk. Ze leren met name door zelf te doen en te ervaren. Om een BBL-opleiding te doen, is het verplicht dat je kind een baan heeft bij een erkend leerbedrijf.
De meeste BBL-functies zijn te vinden in welke sector?
A
ZORG
B
ECONOMIE
C
TECHNIEK
D
GROEN
Slide 9 - Quiz
This item has no instructions
Slide 10 - Video
Algemeen filmpje:
duur 39 sec.
De 4 soorten niveaus
Hoeveel opleidingsniveaus zijn er in het MBO? (Leg uit.)
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 11 - Quiz
Op de volgende dia staat een overzicht uit het filmpje van de verschillende niveaus.
Slide 12 - Slide
This item has no instructions
Slide 13 - Video
Algemeen filmpje:
duur 59 sec.
Schema: toelating - niveaus - vervolgopleidingen
Volgende dia staat het schema!
Slide 14 - Slide
This item has no instructions
Probeer eens uit te leggen wat het verschil is tussen MBO en HBO!
Bedenk wat het verschil is tussen een
MBO- en een HBO-functie/opleiding?
Voorbeeld:
Onderwijsassistent is MBO en docent is HBO
Slide 15 - Slide
Het grootste verschil tussen het mbo en het hbo is de koppeling met de praktijk. Waar het mbo vooral praktijkgerichte lessen geeft, leer je op het hbo echt de koppeling te maken tussen de theorie en de praktijk. Je ervaart veel meer diepgang bij de hbo-opleiding en verkrijgt zo een theoretische invalshoek.
MBO
Bij het mbo ligt de nadruk op het 'doen' en leren in de praktijk. Doe je de beroepsopleidende leerweg (BOL), dan loop je meerdere stages. Bij de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) werk je zelfs het grootste gedeelte van je opleiding. Je bereidt je voor op een passend beroep, maar kunt ook doorstromen naar het hbo.
HBO
Op het hbo ben je praktisch én theoretisch bezig. Je wordt opgeleid tot professional, voor een breed werkveld of specifiek beroep. Het onderwijs is gericht op het beantwoorden van vragen en het oplossen van concrete problemen. Het toepassen van kennis in de praktijk staat centraal. Je loopt stage om ervaring op te doen. Vaak werk je met je medestudenten samen aan opdrachten. Daarnaast heb je tijd voor zelfstudie.
Voorbeeld beroepen bijv. via de link: https://www.nationalevacaturebank.nl/vacature/zoeken?sort=dateRelevance&filters[educationLevel][]=MBO&gclid=EAIaIQobChMIuL3LjbPwgQMVwgeLCh1bDASyEAAYASAAEgL3NPD_BwE&gclsrc=aw.ds
Wat weten we nu...?
Slide 16 - Slide
Tot slot:
Kun je op een speelse manier nog enkele onderwerpen klassikaal herhalen.