What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Die Modalverben im Präsens
Willkommen!
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Willkommen!
Slide 1 - Slide
Modalverben
Lernziel:
Aan het eind van de les ken je de betekenis van de Modalverben en kun je de werkwoorden in de tegenwoordige goed vervoegen.
Slide 2 - Slide
Welke soorten werkwoorden heb je in het Duits?
zwakke werkwoorden -> regelmatig (bijv. spielen, reden)
sterke werkwoorden -> lopen- liep (bijv. fahren, lesen)
onregelmatige werkwoorden, o.a.
- haben, sein, werden
-
modale werkwoorden (bijv. müssen, mögen)
Slide 3 - Slide
Welke Modalverben ken je nog?
Slide 4 - Open question
Wat zijn "Modalverben" of modale werkwoorden ?
> "Modalverben" zijn hulpwerkwoorden
> Ze geven een andere betekenis aan een werkwoord in de zin.
Bijvoorbeeld
:
Ik werk: ik
zal
werken, ik
moet
werken, ik
mag
werken......
De betekenis van de zin verandert.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
''Modalverben" zijn dus:
Veel gebruikte hulpwerkwoorden met een eigen betekenis
Krijgen een verandering van klank in enkelvoud
Hebben bij
ich
en bij
er sie es
géén uitgang
Slide 7 - Slide
möchten
graag willen,
wens
wissen
weten
dürfen
mogen,
toestemming
können
kunnen
mögen
lusten, houden van
müssen
moeten,
noodzakelijk
sollen
moeten,
bevel
wollen
willen
Slide 8 - Slide
.....Sie mir bitte helfen, Frau Brugge?
A
kannst
B
kann
C
könnst
D
können
Slide 9 - Quiz
Ich ................ heute nicht zur Schule.
A
woll
B
willt
C
will
D
wollen
Slide 10 - Quiz
.......ihr diesen Lehrer?
A
mag
B
mögst
C
mögt
D
magst
Slide 11 - Quiz
....... du morgen zur Schule?
A
darfst
B
dürft
C
darf
D
dürfen
Slide 12 - Quiz
Peter ............... gern eine Currywurst mit Pommes.
A
möchte
B
möchtest
C
möchtet
D
möchten
Slide 13 - Quiz
Wer ......die Antwort auf meine Frage?
A
wissen
B
weißt
C
weißen
D
weiß
Slide 14 - Quiz
wollen
sollen
können
wissen
müssen
mögen
dürfen
möchten
moeten (wil van iemand anders)
kunnen
lusten, houden van
weten
mogen
moeten (noodzaak)
willen
graag willen (wens)
Slide 15 - Drag question
Wochenaufgabe
Textbuch Seite 121 Aufgaben 10, 12 bis 15 und 18
Slide 16 - Slide
Nog meer oefenen....
Link (Modalverben betekenis en vervoeging)
Danke für deine Aufmerksamkeit!
Slide 17 - Slide
LEREN !
RIJTJES VAN DE MODALVERBEN + BETEKENIS
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Die Modalverben
June 2023
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Die Modalverben
March 2023
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Die Modalverben
May 2022
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Modalverben
August 2022
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Die Modalverben
March 2022
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Die Modalverben
1 day ago
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Die Modalverben
October 2024
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Buch 3 Einleitung und Schritt 17
May 2023
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2