Week 4 Presenteer jezelf in een video

Vorige week
  • Schrijfplan ingevuld
  • Stageverslag geschreven
  • Verdeeld in een inleiding, middenstuk en slot
  • Alle onderdelen zitten in het verslag
  • Zijn de werkwoorden goed geschreven
  • Ingeleverd in Magister -> ELO -> Opdrachten
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vorige week
  • Schrijfplan ingevuld
  • Stageverslag geschreven
  • Verdeeld in een inleiding, middenstuk en slot
  • Alle onderdelen zitten in het verslag
  • Zijn de werkwoorden goed geschreven
  • Ingeleverd in Magister -> ELO -> Opdrachten

Slide 1 - Slide

De branche
Het congres
Het congrescentrum
Bedrijven met hetzelfde vakgebied.
Grote bijeenkomst
Gebouw voor grote bijeenkomsten.

Slide 2 - Drag question

Alleen iemand die gekwalificeerd is mag de werkzaamheden uitvoeren.
Eens
Oneens

Slide 3 - Poll

Welke omschrijving past het beste bij het woord: het netwerk
A
Gas, water, licht in huis.
B
Mensen om je heen met wie je contact hebt.
C
De mensen met wie je contact hebt op stage.
D
Mensen die je kent van het uitgaansleven.

Slide 4 - Quiz

Noem een ander woord voor het leerbedrijf
A
Een zorginstelling.
B
Een vakantiepark.
C
Een kinderdagverblijf.
D
Het stagebedrijf.

Slide 5 - Quiz

Promotiefilm van je stagebedrijf
Zoek promotiefilm stagebedrijf of sector (zorg, kinderopvang, recreatie, sportschool)
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • herken ik verschillende communicatiedoelen
  • weet ik wie mijn publiek is, hoe ik inhoud en taal daarop moet afstemmen in een promotiefilm
  • kan ik het verschil benoemen tussen een standpunt en een argument

Slide 7 - Slide

Communicatiedoelen
  • Informeren (nieuws)
  • Instrueren (kookboek)
  • Overtuigen (reclame)
  • Amuseren (sociale media)

Slide 8 - Slide

Publiek
  • Groot bereik filmpjes op internet
  • Gebruik makkelijke taal
  • Vermijd vaktaal
  • Onbekende mensen
  • Toon/ taalgebruik aanpassen

Slide 9 - Slide

Standpunt en argument
  • Standpunt = mening/ opvatting onderwerp/ stelling
  • Argument= reden mening, begint met want...
  • Voorbeeld, feit, voordeel/nadeel, vergelijking, uit onderzoek, gevolgen

Slide 10 - Slide

Stellingen
  • Gevangenen moeten asielhonden of -katten krijgen om voor te zorgen.
  • Internet moet 1 dag per week onbereikbaar zijn.
  • Schoolkantines moeten alleen maar gezonde snacks verkopen.
  • Huiswerk moet geheel vervangen worden door extra tijd op school.

Slide 11 - Slide

Evalueren
Aan het eind van de les:
  • ik herken verschillende communicatiedoelen
  • ik weet wie mijn publiek is, hoe ik inhoud en taal daarop moet afstemmen in een promotiefilm
  • ik kan het verschil benoemen tussen een standpunt en een argument

Slide 12 - Slide

Volgende keer
  • Promotievideo over jezelf maken voor stagebedrijf.

Slide 13 - Slide

Maken
Thema: Beroepspraktijkvorming
Taak 9: Presenteer jezelf in een video
Maken: boek 2, 4, 5
2. promovideo
4. twee situaties 
5. standpunt opdr. 4 + argument
Boekendoosopdracht


Slide 14 - Slide