cultuur en identiteit

cultuur en identiteit
1 / 40
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

Items in this lesson

cultuur en identiteit

Slide 1 - Slide

Waarden zijn principes die je belangrijk vindt in het leven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Carnaval is onderdeel van..
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur

Slide 3 - Quiz

De dominante cultuur is de cultuur van een kleine groep mensen in de samenleving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de drie basiswaarden van de dominante cultuur?

Slide 5 - Open question

aangeboren eigenschappen
aangeleerde eigenschappen
Je lengte
Je accent
Je moedertaal
Je talent voor voetbal

Slide 6 - Drag question

Socialisatie gebeurt alleen thuis
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Dat kinderen in hetzelfde dialect als ouders praten komt door?
A
Imitatie
B
Informatie
C
Ervaringen

Slide 8 - Quiz

Wat is GEEN internalisatie
A
Fietsen
B
Schrijven
C
Praten
D
Een nieuwe taal leren

Slide 9 - Quiz

Is er in dit filmpje spraken van een groepsgevoel?

Slide 10 - Open question

Groepsidentificatie betekent dat je je verbonden voelt met een groep mensen omdat je dezelfde gewoonten hebt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Persoonlijke identiteit
Groeps-
identiteit
Karakter
Tradities
Wij-gevoel
"Ik ben nieuwsgierig"
"Ik ben Ajacied"
"Ik ben moslim"

Slide 12 - Drag question

Groepsnormen zijn geschreven regels die bij een groep horen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Soms hebben groepen veel invloed op je. Wat kan er dan gebeuren door de groepsdruk?

Slide 14 - Open question

Sociale controle 
Identiteit 
Rolpatronen 
Internalisatie 
Genderneutraal 
Aangeleerde normen en waarden zijn vanzelfsprekend gedrag geworden. 
Helemaal geen onderscheid meer maken tussen mannen en vrouwen. 
Mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt 
Gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten 
De persoon die je bent, gevormd door al de kenmerken die bij je horen en je ervaringen. 

Slide 15 - Drag question

Wat is socialisatie?
A
Leren samenleven
B
Het leren van natuurlijke omgevingen.
C
Het ontwikkelen van aangeboren eigenschappen.
D
Het ontwikkelen van aangeleerde eigenschappen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd.
A
Conflict
B
Genereatiekloof
C
Generatie conflict

Slide 18 - Quiz

Waar kan je meer sociale controle verwachten? Sleep het begrip naar de juiste afbeelding
Sociale controle

Slide 19 - Drag question

Aangeboren 
eigenschappen
Sociale controle
Positieve of negatieve
controle
Zonder nadenken
Socialisatie 

Slide 20 - Drag question

De manier waarop je iets gewend bent te doen.
A
Waarden
B
Normen
C
Gewoontes
D
Cultuur

Slide 21 - Quiz

principes die je belangrijk vindt in het leven.
A
Normen
B
Waarden
C
Gewoontes
D
Cultuur

Slide 22 - Quiz

Alle normen, waarden en gewoonten die mensen samen in een bepaalde groep of samenleving met elkaar delen.
A
Cultuur
B
Socialisatie
C
Aangeboren kenmerken
D
Aangeleerde kenmerken

Slide 23 - Quiz

In Nederland heb je 1 dominante cultuur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Dominante cultuur of subcultuur?
A
Dominant
B
Subcultuur

Slide 25 - Quiz

Dominante cultuur of subcultuur
A
Dominant
B
Subcultuur

Slide 26 - Quiz

Horen de afbeeldingen bij de dominante cultuur van Nederland of bij een subcultuur?
Dominante cultuur
Subcultuur

Slide 27 - Drag question

Als je het milieu belangrijk vindt, spreek je iemand aan die afval op straat gooit. Dit is ?
A
Socialisatie
B
Aangeleerd gedrag
C
Sociale controle
D
Aangeboren gedrag

Slide 28 - Quiz

het aanleren van normen, waarden en gewoonten die bij jouw groep of samenleving horen
A
Socialisatie
B
Imitatie
C
Sociale controle
D
Aangeboren

Slide 29 - Quiz

De manier waarop mensen ervoor zorgen dat anderen zich aan de regels houden.

A
Socialisatie
B
Imitatie
C
Sociale controle
D
Aangeboren

Slide 30 - Quiz

je lengte en je talent voor voetbal.

A
Aangeboren
B
Aangeleerd

Slide 31 - Quiz

je persoonlijkheid, alle kenmerken en ervaringen die bij jou horen.
A
identiteit
B
groepsgevoel
C
groepsnormen
D
groepsdruk

Slide 32 - Quiz

ongeschreven regels die bij een bepaalde groep horen.
A
identiteit
B
groepsgevoel
C
groepsnormen
D
groepsdruk

Slide 33 - Quiz

Je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt.
A
identiteit
B
groepsgevoel
C
groepsnormen
D
groepsdruk

Slide 34 - Quiz

het gevoel dat je je móét aanpassen aan de gewoonten van de groep.
A
identiteit
B
groepsgevoel
C
groepsnormen
D
groepsdruk

Slide 35 - Quiz

Gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten.
A
gendernormen
B
rolpatronen
C
genderneutraal
D
seksuele moraal

Slide 36 - Quiz

Normen die ‘horen’ bij het man-zijn of vrouw-zijn.

A
gendernormen
B
rolpatronen
C
genderneutraal
D
seksuele moraal

Slide 37 - Quiz

De manier waarop er over seks wordt gedacht.
A
gendernormen
B
rolpatronen
C
genderneutraal
D
seksuele moraal

Slide 38 - Quiz

Als je geen rekening houdt met anderen.
A
asociaal gedrag
B
sociaal gedrag
C
genderneutraal
D
seksuele moraal

Slide 39 - Quiz

Als er helemaal geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen vrouwen en mannen.
A
asociaal gedrag
B
sociaal gedrag
C
genderneutraal
D
seksuele moraal

Slide 40 - Quiz