Thema 5 Verschillende immigranten

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 7,8

Doel van de les:

Jullie leren:

- dat je binnen de EU geen verblijfsvergunning nodig hebt,

- dat er verschillende 'soorten' vluchtelingen zijn,

- wat een asielzoeker is en

- dat immigratie niet iets is van de laatste tijd.

We lezen blz. 100

Voor het reizen buiten de EU heb je een visum nodig.
Wat is een visum?

1. Een speciale vergunning te reizen en te verblijven.
2. Een gerecht uit Tanzania.
3. Een koffer waar je spullen in moeten.
4. Een document waarin staat dat je een B en B mag beginnen.

Je kunt niet zomaar de EU in, de grenzen worden goed bewaakt.
Hoe wordt de EU daarom wel genoemd?

Bij de volgende vragen moet je aangeven of je een visum nodig hebt of niet.

Een visum nodig:
Van Nederland naar Duitsland

1. wel
2. niet

Een visum nodig:
Van Nederland naar Tanzania

1. wel
2. niet

Een visum nodig:
Van Nederland naar Zuid-Afrika

1. wel
2. niet

Een visum nodig:
Van Nederland naar Frankrijk

1. wel
2. niet

Een visum nodig:
Van Nederland naar Engeland

1. wel
2. niet

We lezen blz. 101.

Daarna krijgen we bezoek van verschillende vluchtelingen.

Vluchteling 1 is een:

1. politieke vluchteling
2. economische vluchteling

Vluchteling 2 is een:

1. politieke vluchteling
2. economische vluchteling

Vluchteling 3 is een:

1. politieke vluchteling
2. economische vluchteling

Asiel betekent:
een plek waar je wordt beschermd.
Wat is de andere betekenis?

We lezen blz. 102

Mag Aleksandar blijven?

Mogen Fanta en Felice blijven?

We lezen blz. 103

Geef de reden aan waarom mensen naar ons land kwamen.

Joden

1. vluchtelingen
2. illigaal
3. gastarbeiders
4. Nederlandse kolonie

Marokkanen

1. vluchtelingen
2. illigaal
3. gastarbeiders
4. Nederlandse kolonie

Surinamers

1. vluchtelingen
2. illigaal
3. gastarbeiders
4. Nederlandse kolonie

Fransen uit 1700

1. vluchtelingen
2. illigaal
3. gastarbeiders
4. Nederlandse kolonie

Turken

1. vluchtelingen
2. illigaal
3. gastarbeiders
4. Nederlandse kolonie

Arubanen

1. vluchtelingen
2. illigaal
3. gastarbeiders
4. Nederlandse kolonie

Zoek op je werkboekje van Meander.