This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom klas 1D
Nederlands: les 4, periode 4
Slide 1 - Slide
In de vorige les leerde je...
Wat is feedback?:
Een reactie op het gedrag of het werk.
Een top: het gedrag of het werk is goed. Je krijgt of geeft een compliment.
Een tip: het gedrag of het werk kan jij of de ander verbeteren.
Slide 2 - Slide
Lesdoel vandaag
Deze les is geslaagd als jij:
Weet wat een zakelijk gesprek en een vraaggesprek is.
De opbouw kent van beide gesprekken.
Weet wat je voor de eindopdracht moet doen.
> ga op je mobiel naar de app van LessonUp of op je laptop naar lessonup.app
Slide 3 - Slide
Wat is een zakelijk gesprek?
Slide 4 - Open question
Zakelijk gesprek
Als je contact legt met instanties of bedrijven om informatie te vragen, iets door te geven of te regelen.
(Zie ook pagina 274 in je leerwerkboek)
Slide 5 - Slide
Voorbereiding zakelijk gesprek
Voordat je een zakelijk gesprek voert,
stel je jezelf een aantal vragen
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Opdracht
In de volgende opdracht bereid je op basis van een situatie een zakelijk gesprek voor.
Slide 10 - Slide
Lees de casus en maak de vragen
Je hebt op 7 april sneakers besteld bij de Bijenkorf. Bezorging volgens de website: binnen vijf werkdagen.
Inmiddels is het 20 april en je hebt de schoenen nog steeds niet binnen. Je besluit met de Bijenkorf te bellen.
Slide 11 - Slide
1. Wat wil je bereiken met dit gesprek?
Slide 12 - Open question
2. Wie moet je daarvoor spreken?
Slide 13 - Open question
3. Schrijf op hoe je het gesprek kort en bondig kan beginnen.
Slide 14 - Open question
Opbouw zakelijk gesprek
Aan het begin van het gesprek vertel je kort waarom je belt/langskomt. (Vaak word je doorverbonden of doorverwezen naar de juiste persoon)
Tijdens het gesprek luister je actief naar je gesprekspartner, stel je controlevragen en vraag je door als je iets niet begrijpt.
Aan het eind van het gesprek vat je samen wat er is gezegd of afgesproken.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Wat is een vraaggesprek?
Slide 17 - Open question
Vraaggesprek (interview)
Een vraaggesprek is een gesprek waarin je vragen stelt aan iemand anders.
Je voert het gesprek om informatie over een onderwerp te krijgen of om iemands mening te achterhalen.
(zie ook pagina 283 in je leerwerkboek)
Slide 18 - Slide
0
Slide 19 - Video
Voorbereiding vraaggesprek
Bedenk wat je wilt weten van je gesprekspartner.
Schrijf de vragen die je wilt stellen op.
Zorg ervoor dat je vooral open vragen stelt.
Slide 20 - Slide
Opbouw vraaggesprek
Inleiding
inleidende vragen, bijvoorbeeld: wanneer ben je begonnen met werken?
Middenstuk
vragen in een logische volgorde om informatie te krijgen of iemands
mening te achterhalen.
Slot bijvoorbeeld een samenvattende slotvraag: dus je denkt dat je
leidinggevende gaat worden?
Slide 21 - Slide
Een vraaggesprek voeren
Als je het gesprek opneemt, vraag je vooraf toestemming.
Eerst stel je jezelf voor.
Vervolgens maak je duidelijk wat het doel van het gesprek is en stel je de eerste vraag.
Je luistert goed naar wat de ander vertelt en vraagt daarop door.
Slide 22 - Slide
Een vraaggesprek voeren
Je knikt en 'humt' regelmatig om de ander aan te moedigen verder te vertellen.
Als je gesprekspartner te veel uitweidt, probeer je terug te keren naar de oorspronkelijke vraag.
Controleer of je voldoende informatie hebt.
Als laatste sluit je het gesprek af door de ander te bedanken voor zijn tijd.
Slide 23 - Slide
Wat is volgens jou het allerbelangrijkste bij een vraaggesprek?
Slide 24 - Open question
Luisteren!
Duh, zeg jij.
Ja, duh.
Maar doe het maar eens.
Slide 25 - Slide
Eindopdracht
Interview een medewerker uit jouw vakgebied over zijn/haar werk (stage). Inleveren via mail in de week van 15 juni. > Als je iemand uit het vakgebied in je gezin hebt, kun je het gesprek opnemen met deze persoon. Anders kies je een gezinslid/familielid waarbij je woont en neem je het gesprek over een zelfgekozen onderwerp op.
De volledige opdracht mail ik jullie uiterlijk morgen, 26 mei.
Slide 26 - Slide
Je weet nu:
Wat een zakelijk gesprek en een vraaggesprek is.
Wat de opbouw van beide gesprekken is.
Hoe je beide gesprekken kunt voorbereiden.
Hoe je beide gesprekken voert.
Wat de eindopdracht van deze periode is.
Slide 27 - Slide
Huiswerk 1 deze week
Bedenk minimaal 10 vragen:
• 3 vragen waar je het gesprek mee kunt beginnen.
• 6 vragen die je tijdens het gesprek kunt stellen.
• 3 vragen waarmee je het gesprek kunt afronden. Deadline: donderdag 28 mei, via mail bij mij inleveren.
Slide 28 - Slide
Huiswerk 2 volgende week
Woordenschat Op studiemeter.nl > Via Starttaal Online> 3F >