Woordenschat H4

WELKOM 

bij Nederlands 



1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM 

bij Nederlands 



Slide 1 - Slide

Planning vandaag
  • planning periode
  • herhalen woordenschat h3
  • woordenschat h4
  • opdracht 

Slide 2 - Slide

Periode A
Woordenschat H1 t/m 6
Toetsmoment: maandag 11 november 

Slide 3 - Slide

Over welke woordraadstrategieën hebben we het de vorige lessen gehad?
  • Zoek een synoniem  
  • = een ander woord met dezelfde betekenis 
  • Zoek een omschrijving of definitie
  • Zoek een voorbeeld 

Slide 4 - Slide

H4 Woordenschat: zoek een tegenstelling
  • Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. 
Bijvoorbeeld:
  • Toms ouders sliepen in een riante caravan, maar hij lag zelf in een klein tentje.
  • Het woord riant is een tegenstelling van klein. Riant betekent dus groot.


  • Zoek je een tegenstelling van een onbekend woord? 
  • Let dan op deze signaalwoorden
  • maar, anderzijds, daarentegen, echter, evenwel, hoewel, aan de andere kant.

Slide 5 - Slide

Opdrachtje
Vervang alle onderstreepte woorden in dit verhaaltje door het tegenovergestelde woord.

Hoi, ik ben een weekje met mijn ouders naar Ameland. Het is hier bloedheet, dus we liggen altijd op het strand. Er is ook een openluchtzwembad op de camping, maar dat is erg ondiep. O ja, het eten hier is erg lekker! We vermaken ons wel, dus misschien komen we een paar dagen later terug. Groetjes!

Slide 6 - Slide

Opdrachtje
Opdracht 1.
Zoek de betekenis op van de uitdrukkingen a tot en met d. Schrijf ze op! 
a. nu heb je de poppen aan het dansen
b. als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
c. de bloemetjes buiten zetten
d. het feestvarken zijn 

  • Opdracht 2. 
  • Jij maakt een tekening van de letterlijke betekenis, jouw buurman maakt een tekening van de figuurlijke betekenis. 

Slide 7 - Slide

Vandaag: 
Leren: woordbetekenissen vinden door tegenstellingen in de tekst te zoeken

Maken: woordenschat h4

Daarna: kijken we de opdrachten na en controleren we wat je nog weet.



Nog niet af? Zet de opdrachten in je daltonplanagenda bij donderdag. 
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Wat is het tegenovergestelde van hoog?
A
smal
B
laag
C
beneden
D
onder

Slide 9 - Quiz

WOORDRAADSTRATEGIE - VOORBEELD
is een ander woord met dezelfde betekenis
leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit
legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit
kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

Slide 10 - Drag question

WOORDRAADSTRATEGIE - SYNONIEM
is een ander woord met dezelfde betekenis
maakt de betekenis van een woord duidelijk
legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit
het tegenovergestelde kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

Slide 11 - Drag question

WOORDRAADSTRATEGIE - OMSCHRIJVING
is een ander woord met dezelfde betekenis
maakt de betekenis van een woord duidelijk
legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit
het tegenovergestelde kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

Slide 12 - Drag question

Wat is het tegenovergestelde van:
overeenkomst
A
privé
B
verschil
C
actief
D
Achteraf

Slide 13 - Quiz

WOORDRAADSTRATEGIE - TEGENSTELLING
is een ander woord met dezelfde betekenis
maakt de betekenis van een woord duidelijk
legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit
het tegenovergestelde kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

Slide 14 - Drag question

Wat is het tegenovergestelde?
Nauwelijks 
Alleen
Afgekeurd
Complimenten
Aanzienlijk
Kritiek
Goedgekeurd
Gezamenlijk

Slide 15 - Drag question