- De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
- Het streven van vorsten naar absolute macht
- De wetenschappelijke revolutie
Slide 3 - Slide
6.1 Een wereldeconomie
Opkomst VOC als onderneming (1602)
- Monopolie zowel binnen als buiten de Republiek.
- Verdragen sluiten
- Oorlog voeren
- Bestuderen gebieden
Handel drijven in specerijen, zijde, katoen
Opkomst WIC (1621)
- Actief in West-Amerika en Afrika
- Handel in slaven, goud en zilver
Slide 4 - Slide
6.2 De gouden eeuw van Nederland
Staatkundig opzicht
- Steden en gewesten hebben hun zelfstandigheid behouden
- Republiek had geen staatshoofd. Regenten waren hoogste bestuurders
- Stadhouder belangrijkste man in de Republiek
Bloeiende economie:
- Migranten uit Antwerpen
- VOC
- Oostzeehandel
Culturele bloei:
- Portretten, stilleven en taferelen uit het dagelijks leven
- Gewetensvrijheid: mensen mochten alles geloven
- Boeken gedrukt die ergens anders waren verboden
Slide 5 - Slide
Regenten
Stilleven
Slide 6 - Slide
6.3 Het absolutisme
Het absolutisme : Macht van de koning wordt niet beperkt
- Macht is gegeven door God. Goddelijk recht
Frankrijk:
Lodewijk XIV: l'etat, c'est moi (de staat, dat ben ik)
- Edict van Nantes ingetrokken
- Mercantilisme
Engeland:
- Glorious Revolution
- Constitutionele monarchie: Macht beperkt door de wet.
Slide 7 - Slide
6.4 Wetenschappelijke revolutie
Wetenschappelijke revolutie
Empirisme: Observeren om dingen te begrijpen
Rationalisme: Logisch nadenken om dingen te begrijpen
Opkomst natuurwetten
Regels die uitleggen hoe de natuur werkt + natuur verklaren
Mechanistisch wereldbeeld
- God bestaat, maar bemoeit zich niet met de wereld
- Kerk bang voor vermindering band tussen God en mensen
Slide 8 - Slide
Opdracht 7 blz. 70
7. De schilder liet Amsterdam zien als het centrum van de wereld. Ondersteun deze interpretatie met:
- Twee beeldelementen
- Twee (niet aan de bron ontleende) feiten (4p)
timer
8:00
Slide 9 - Slide
Opdracht 11 blz. 71
Deze bron legt een verband tussen een kenmerkend aspect van de 16e en een kenmerkend aspect van de 17e eeuw. Noem de twee kenmerkende aspecten en leg dit verband uit.
timer
8:00
Slide 10 - Slide
Opdracht 12 blz. 70
Deze bron legt een verband tussen
- Een kenmerkend aspect van de tijd van ontdekkers en hervormers
- Een kenmerkend aspect van de tijd van regenten en vorsten
Noem de drie kenmerkende aspecten en leg dit verband uit (4p)