Je gebruikte de The Present Perfect als iets in het verleden begonnen is, maar:
nu nog doorgaat, nog kan veranderen, nèt gebeurd is of het resultaat nog zichtbaar is.
- Regel: have/has ww+ed of have/has onr. ww. 3e rijtje (boek p. 243)
- Signaalwoorden: already, yet, for, since, just, never, ever.
- Voorbeelden:
She has lived in The Netherlands since 2001.
Have you ever been to America?