Rekenen 1

• Wiskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs

Naar welk getal wijst de pijl?

De moeder van Wim spaart zegeltjes van de supermarkt.
Moeder heeft al 72 zegeltjes geplakt op de spaarkaart.
Een spaarkaart is vol als er 130 zegeltjes op zijn geplakt.
Hoeveel zegeltjes heeft moeder nog nodig?

Eergisteren verkocht een ijssalon 64 ijsjes,
gisteren 52 ijsjes en vandaag nog eens 74 ijsjes.
Hoeveel ijsjes verkocht de ijssalon in de afgelopen 3 dagen?

Vermenigvuldig de getallen met elkaar.

24 x 40 = ...

Vermenigvuldig de getallen met elkaar.

19 x 84 = ...

Een school heeft 23 lokalen.
In elk lokaal staan 32 tafels voor de leerlingen.

Hoeveel tafels staan er voor de leerlingen in de hele school?

Sleep de goede groene antwoorden naar de opdrachten!

7  x  ....  =  63

168 : 7 = ....

209 :  19 =.....

312 : 8 = ....

9

11

24

7

39

14

Er worden 850 flesjes in kratten van 24 flesjes geplaatst.
Hoeveel losse flesjes blijven er over?

Klas 1A heeft net een proefwerk gemaakt.
De docent moet in totaal 690 vragen nakijken.
Elke leerling heeft 23 vragen gemaakt.
Hoeveel leerlingen hebben het proefwerk gemaakt?

Tel de breuken bij elkaar op en vereenvoudig het antwoord zoveel mogelijk.

​6​​5​​+​6​​1​​=

1. ​12​​6​​
2. 1
3. 3​2​​1​​
4. ​2​​1​​

Schrijf als gemengde breuk.
Vereenvoudig het breukgedeelte zoveel mogelijk.

​6​​22​​=...

1. ​3​​11​​
2. 3​6​​4​​
3. 3​3​​2​​
4. 18​3​​2​​

In een zak knikkers is deel van de knikkers rood,
deel wit en deel blauw. De rest is groen.
Welk deel is groen? (Vereenvoudig, als dat kan!!)
Schrijf je breuk met een schuine streep. / (bijv. 4/5)

​9​​2​​

​9​​4​​

​9​​1​​

Rond 1661 af op een honderdtal.

Rond af op een geheel getal.
555,5

Schrijf om naar procent.
deel = .... %

​5​​3​​