Les 5: 5.3 Het aanleren van een cultuur

1 / 19
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Culturen kunnen van elkaar verschillen. Bijvoorbeeld: In Nederland geven we elkaar 3 zoenen bij een begroeting, terwijl dat in Frankrijk 1 of 4 zoenen zijn.

Ga op zoek naar cultuurverschillen tussen Nederland en andere landen.
Zoek er een foto bij en plaats die hier

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wat is een ander woord voor Cultuuroverdracht?
A
Internalisatie
B
Segregatie
C
Integratie
D
Socialisatie

Slide 12 - Quiz

Wat is socialisatie?
A
Het proces van leren samenleven
B
Het proces van verantwoordelijkheid dragen voor elkaar

Slide 13 - Quiz

Het on/bewust aanleren van waarden normen en gewoonten nu ook wel
A
Opvoeding
B
Sollicitatie
C
Imitatie
D
Socialisatie

Slide 14 - Quiz

Welke functie van socialisatie past bij:
Als Mo uit Irak in Nederland komt wonen, moet hij een inburgeringscursus volgen.
A
Gedragsregulerende functie
B
Het continueren van de cultuur van de samenleving
C
Bindende functie
D
Ontwikkelen van de identiteit van een individu

Slide 15 - Quiz

timer
0:15
Materieel 
Immaterieel
Uitdrukkingsvormen
Instituties
Waarden
Opvattingen

Slide 16 - Drag question

Koppel de juiste term aan de juiste uitleg.
Wat mensen in hun hoofd meedragen
Hoe het gedrag van mensen geregeld wordt
Wat je aan de buitenkant kunt zien of merken
Waarden
Opvattingen
Voorstellingen
Uitdrukkingsvormen
Normen
Instituties

Slide 17 - Drag question

Waarden zijn:
A
regels die je gebruikt in het dagelijks leven
B
belangrijke opvattingen die je gebruikt in het dagelijks leven
C
mijn diepste overtuigingen
D
waardevol wanneer iedereen ze naleeft

Slide 18 - Quiz

Wat valt niet onder cultuur?
A
Materiële zaken
B
Natuur
C
Immateriële zaken
D
De manier waarop een samenleving is georganiseerd

Slide 19 - Quiz