Chapter 3: Showbizz: Herhaling

Chapter 3
All about heroes
Herhalen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Chapter 3
All about heroes
Herhalen

Slide 1 - Slide

Lesson goals
  • I  am ready for the test chapter 3: Showbizz
  • I know vocabulary from chapter 3
  • I know how to use linking words (signaalwoorden/voegwoorden)

Slide 2 - Slide

Words
Bij de  volgende opdrachten ga je de woordjes oefenen. 
Typ de juiste 
vertaling in.

Slide 3 - Slide

Vertaal: original

Slide 4 - Open question

Vertaal: breakthrough

Slide 5 - Open question

Vertaal: to practise

Slide 6 - Open question

Vertaal: to recognise

Slide 7 - Open question

Vertaal: clearly

Slide 8 - Open question

Wanneer gebruik je de present perfect?
A
Bij iets in het verleden dat nu nog aan de gang is.
B
Bij iets in het verleden dat al afgesloten is.

Slide 9 - Quiz

De present perfect gebruik je als iets net gebeurt is en het resultaat nog te zien is.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Om de present perfect te maken zet je have of has voor het werkwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

I … 5 miles to get here.
A
have drove
B
have driven
C
has drove
D
has driven

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Link

Adjective
Kies het juist bijvoeglijk naamwoord uit.

Slide 14 - Slide

Olaf always wears _____ clothes.
A
nice
B
nicely

Slide 15 - Quiz

D'Rachell lives in a _____ house.
A
big
B
bigly

Slide 16 - Quiz

Esmanur has _____ eyes.
A
good
B
goodly

Slide 17 - Quiz

Jacco has a _____ bag.
A
pretty
B
prettily

Slide 18 - Quiz

Vincent is a very _____ boy.
A
smart
B
smartly

Slide 19 - Quiz

Quiz vocabulary chapter 3

Slide 20 - Slide

A part in a film or play

A
performance
B
role
C
audition
D
talent

Slide 21 - Quiz

The clothes actors wear

A
performance
B
role
C
uniform
D
costume

Slide 22 - Quiz

"I still have to watch the latest episode."
Wat betekent 'episode'?
A
show
B
aflevering
C
film
D
seizoen

Slide 23 - Quiz

"The party had a good atmosphere, everyone was happy."
Wat betekent 'atmosphere'?
A
muziek
B
aanwezigen
C
sfeer
D
optreden

Slide 24 - Quiz

"Ziggo Dome is a popular venue for bands."
Wat betekent 'venue'?
A
plek van optreden
B
bereikbaarheid
C
podium
D
optreden

Slide 25 - Quiz