What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Week 20 ww er/ir/re pr.pc,imp.
Bonjour tout le monde!
Jassen uit
telefoon in je tas
Chromebook en boek op tafel
Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bonjour tout le monde!
Jassen uit
telefoon in je tas
Chromebook en boek op tafel
Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00
Slide 1 - Slide
29 mei
SO chap. 6 Bron A,B,E
grammatica werkwoorden en hun tijden
het bezittelijk voornaamwoord
het bijvoeglijk naamwoord
de woordvolgorde
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Ik kan een werkwoord in de présent, de passé composé en in de imparfait gebruiken.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
présent
imparfait
passé composé
je donne
je donnais
j'ai donné
Slide 6 - Drag question
Le présent
de onvoltooid tegenwoordige tijd
Slide 7 - Slide
Je
Ils/elles
Vous
Nous
Il/elle/on
Tu
Verbes -er
(regarder, parler, écouter, danser, jouer)
Verbes réguliers -er
-e
-ent
-ons
-es
-ez
-e
Slide 8 - Drag question
Je
Ils/elles
Vous
Nous
Il/elle/on
Tu
Verbes -ir
(grandir, rougir, réagir, finir)
Verbes réguliers -ir
-is
-issent
-issons
-is
-issez
-it
Slide 9 - Drag question
Je
Ils/elles
Vous
Nous
Il/elle/on
Tu
Verbes -re
(vendre, descendre, attendre, entendre)
Verbes réguliers -re
-s
-ent
-ons
-
-ez
-s
Slide 10 - Drag question
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Grammaire 'Avoir' hebben
ik heb
jij hebt
hij/zij/men heeft / we hebben
wij hebben
u heeft, jullie hebben
zij hebben
Slide 11 - Drag question
avoir=hebben
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a
Slide 12 - Drag question
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir'
Grammaire 'Avoir' --> hebben
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 13 - Drag question
Le passé composé
de voltooid tegenwoordige tijd
Slide 14 - Slide
het voltooid deelwoord
er => é
ir => i
re =>
Slide 15 - Slide
Voltooid deelwoord van: descendre
Slide 16 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van grandir
Slide 17 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van 'jouer'?
Slide 18 - Open question
Le passé composé (habiter)
A
On a habité
B
On habitions
C
On habite
D
On habitait
Slide 19 - Quiz
Geef de juiste vorm: le passé composé
Tu ... (choisir)
A
as choisi
B
a choisi
C
est choisi
D
es choisi
Slide 20 - Quiz
Geef de juiste vorm: le passé composé
Nous ... (vendre)
A
avons vendé
B
avez vendé
C
avons vendu
D
avez vendu
Slide 21 - Quiz
4 onregelmatige ww.
avoir => j'ai eu
être => j'ai été
prendre => j'ai pris
faire => j'ai fait
Slide 22 - Slide
Aujourd'hui
Hier
Demain
Présent
passé composé
Futur
Slide 23 - Drag question
De passé composé van 'faire'
De passé composé van 'avoir'
De passé composé van 'être'
fait
été
eu
Slide 24 - Drag question
De passé composé van 'faire'
De passé composé van 'avoir'
De passé composé van 'être'
De passé composé van 'prendre'
fait
été
eu
pris
Slide 25 - Drag question
l'imparfait
de onvoltooid verleden tijd
ik ging / wij aten / zij hadden
Slide 26 - Slide
Wat is de stam van een regelmatig werkwoord als je de imparfait wilt gebruiken?
A
nous-vorm présent
B
hele werkwoord zonder er / ir / re
C
nous-vorm présent zonder -ons
Slide 27 - Quiz
Geef de nous-vorm van het werkwoord chanter / grossir / rendre.
Slide 28 - Open question
Schrijf nu de stam van ww. chanter / grossir / rendre op die je gebruikt voor de imparfait.
Slide 29 - Open question
Imparfait
Onderwerp
Uitgang
Voorbeeld
Je
- ais
Je parl
ais
Tu
- ais
Tu parl
ais
Il / Elle / On
- ait
Elle parl
ait
Nous
- ions
Nous parl
ions
Vous
- iez
Vous parl
iez
Ils / Elles
- aient
Ils parl
aient
De uitgangen van de imparfait herken je aan de ''i" van imparfait
Slide 30 - Slide
Combineer de juiste imparfait uitgang bij het persoonlijk voornaamwoord.
Imparfait
-ais
-ais
- ait
- ions
- iez
-aient
Je
Tu
Elle
Nous
Vous
Ils / elles
Slide 31 - Drag question
wat zijn de uitgangen van de imparfait?
ais
ait
ions
iez
aient
e
es
ons
ez
Slide 32 - Drag question
4 onregelmatige ww.
avoir => j'
av
ais
être => j'
ét
ais
prendre => je
pren
ais
faire => je
fais
ais
Slide 33 - Slide
préparait
proposait
a montré
était
a rencontré
avait
se sont mariés
passé composé
passé composé
passé composé
imparfait
imparfait
imparfait
imparfait
Slide 34 - Drag question
Ik heb de tijden onder de knie
0
100
Slide 35 - Poll
werkwoorden en de tijden is vooral een kwestie van
A
begrijpen
B
oefenen
C
leren
D
leren, begrijpen, oefenen
Slide 36 - Quiz
Zelfstandig werken
Planning week 15 + 16 afmaken.
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
More lessons like this
Week 17
April 2024
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
3 HA onregelmatige werkwoorden 1
September 2023
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
Herhalen avoir, être, faire, aller in alle tijden
February 2024
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Les verbes irréguliers
December 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4v werkwoorden en tijden
September 2023
- Lesson with
43 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
V4 Grammaire II
December 2022
- Lesson with
12 slides
4v werkwoorden en tijden
April 2024
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Verbes Réguliers
April 2023
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2