29 juni 2017

Donderdag 12 april 2018
1 / 32
next
Slide 1: Slide
MetaaltechniekPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Donderdag 12 april 2018

Slide 1 - Slide

Effecten gevaarlijke stoffen

Slide 2 - Slide

Korte termijn effect
  • Gebeurt vrijwel direct na een gebeurtenis.
  • Een paar
    voorbeelden zijn:
  • Je verbrand je vinger
  • Je krijgt een bult op je hoofd
  • Je breekt je been

Slide 3 - Slide

Als iets gebeurt merk je meteen het gevolg ervan.

Slide 4 - Slide

Lange termijn effect
  • Duurt langere tijd voordat je het effect merkt van bijvoorbeeld
  • een ongeluk met een verfspuit.

Slide 5 - Slide

  • De giftige stoffen heb je ingeademd en 2 weken later krijg je last
    van je longen en moet je naar het ziekenhuis.
  • Last van je knie krijgen nadat je je hebt gestoten 5 weken
    geleden. 
  • 2 jaar nadat je een stroomstoot hebt gehad, heb je geen gevoel meer in je arm.

Slide 6 - Slide

Vallen is altijd een korte termijn effect
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

NIET WAAR
Het effect van vallen kan zowel kort als lang zijn. Als je meteen
een bult krijgt is het kort, kun je na 3 dagen niet meer lopen is
het een lange termijn effect.

Slide 8 - Slide

Een termijn gaat over de tijd, bijvoorbeeld 2 weken.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Een termijn gaat over de tijd, bijvoorbeeld 2 weken.
WAAR

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Joris stoot zijn voet en er ontstaat een bult, enkele weken later
kan Joris niet meer lopen van de pijn.
Is dit effect
A
kort
B
lang
C
beide

Slide 12 - Quiz

Joris stoot zijn voet en er ontstaat een bult, enkele weken later
kan Joris niet meer lopen van de pijn.
BEIDE is het juiste antwoord.
Joris zijn bult is het korte termijn effect en de pijn in de voet is
het lange termijn effect.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Maatregelen gevaarlijke stoffen

Slide 15 - Slide

Soorten maatregelen
  • Bronmaatregelen
  • Collectieve maatregelen
  • Individuele maatregelen
  • Persoonlijke beschermingsmiddelen

Slide 16 - Slide

Bron en collectieve maatregelen
  • Bronmaatregelen
  • Een werkgever moet eerst de oorzaak van het probleem
    wegnemen. Bijvoorbeeld: de schadelijke stof vervangen door  een veiliger alternatief.

Slide 17 - Slide

Bron en collectieve maatregelen
  • Collectieve maatregelen
  • Collectieve maatregelen zijn voor iedereen bedoeld.
  • Als
    bronmaatregelen niet werken moeten er collectieve maatregelen genomen worden

Slide 18 - Slide

Afscherming

een afzuiginstallatie plaatsen.

Slide 19 - Slide

Individuele maatregelen en PBM’s
  • Individuele maatregelen
  • Als collectieve maatregelen niet kunnen of niet genoeg zijn, moet de werkgever
    individuele maatregelen nemen. Bijvoorbeeld: het werk zo organiseren dat werknemers minder risico lopen en dus niet constant hetzelfde werk hoeven te doen. (taakroulatie)

Slide 20 - Slide

  • Persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Als de bovenste drie maatregelen geen effect hebben, moet de
    werkgever gratis persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekken. 
  • Bijvoorbeeld: adembescherming en handschoenen. Dit mag over het
  • algemeen alleen als tijdelijke maatregel

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

De baas moet zorgen dat er maatregelen beschikbaar zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

De baas moet zorgen dat er maatregelen beschikbaar.
WAAR

Slide 25 - Slide

Collectieve maatregel betekent dat iedereen hierdoor beschermd wordt.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

WAAR
Collectief betekent samen. Dus een maatregel die
voor iedereen is.

Slide 27 - Slide

Ik ben verplicht te werken ook als mijn baas geen maatregelen heeft getroffen.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

ONJUIST
De baas is verplicht om zijn werknemers te
beschermen. Als er geen maatregelen zijn getroffen
ben je niet verplicht om te werken.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Link

timer
1:00

Slide 32 - Slide