herhaling 7.1 t/m 7.4

Lesinhoud
13 okt

Maken: Opdracht verteringsstelsel 
*benoem de organen
*per orgaan de verteringssap aangeven
*per orgaan voedingsstof die er wordt verteerd aangeven

nakijken en verbeteren 
7.1 t/m 7.4 & samenvatten en test jezelf

8 okt: Toets 7.1 t/m 7.4

timer
30:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesinhoud
13 okt

Maken: Opdracht verteringsstelsel 
*benoem de organen
*per orgaan de verteringssap aangeven
*per orgaan voedingsstof die er wordt verteerd aangeven

nakijken en verbeteren 
7.1 t/m 7.4 & samenvatten en test jezelf

8 okt: Toets 7.1 t/m 7.4

timer
30:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Eetgewoonten
Wat ben je gewend? In je eerste levensjaren leer je veel dingen eten.
Wat vind je lekker? Niet iedereen heeft dezelfde smaak, maar je kunt wennen aan een smaak.
Waar kom je vandaan? Eetgewoonten hangen af van het klimaat, de ligging op de wereld en wat de mensen daar gewend zijn.  
Je geloof. In sommige geloven zijn er regels over wat je wel of niet mag eten zoals koeien of varkens.

Slide 3 - Slide

Voedingsmiddelen
Alle producten die je eet of drinkt.

  • Plantaardige voedingsmiddelen:
Wortels, prei, sla, vruchten en zaden van bepaalde planten.

  • Dierlijke voedingsmiddelen:
delen van dieren (vlees, vis) of producten van dieren (eieren, melk, ...

Slide 4 - Slide

Voedingsstoffen
De bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen.

  1. vitaminen  
  2. mineralen
  3. koolhydraten
  4. vetten
  5. vocht
  6. eiwitten




Slide 5 - Slide

schijf van vijf

Slide 6 - Slide

Wat heb je nodig?

Eiwitten: voor je lichaamsbouw

Koolhydraten: zoals suiker en zetmeel: energie

Vetten: om stoffen in op te lossen en voor energie

Water: opbouw van je lichaam, oplossen en vervoer

Vitaminen: bescherming tegen ziektes

Mineralen: opbouw van je lichaam en bescherming


Voorbeeld: wielrenner 

Slide 7 - Slide

Wat heb je nodig?

Koolhydraten: zoals suiker en zetmeel: energie

Vetten: om stoffen in op te lossen en voor energie


Water: opbouw van je lichaam, oplossen en vervoer

Eiwitten: in vlees, noten of groente, voor je lichaamsbouw


Mineralen: opbouw van je lichaam en bescherming

Vitaminen: bescherming tegen ziektes


Slide 8 - Slide

Voedingsstoffen kunnen we onderverdelen in :
Energierijke stoffen: 
koolhydraten, suikers/zetmeel, vetten  [vb....]


Bouwstoffen:
water, eiwitten, vetten, mineralen [vb.....]

Beschermende stoffen vitamines en mineralen. [vb...]

Slide 9 - Slide

groepen voedingsstoffen
Bouwstoffen: 
worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels (voor groei en herstel)

Brandstoffen: 
leveren energie voor beweging, lichaamstemperatuur, groei, ontwikkeling en herstel.

Slide 10 - Slide

groepen voedingsstoffen
Reservestoffen: 
worden opgeslagen in bepaalde delen van het lichaam.



Beschermende stoffen: 
zorgen ervoor dat je gezond blijft.

Slide 11 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig?
eten & drinken = energie

1 kcal = 4,2 KJ
                            x 4,2
                           ------->
 (kilo)calorie                    (kilo)joule
                          <-------
                          : 4,2
Eenheid energie = joule
*1 kilojoule (KJ) = 1000 joule
                      of
Eenheid enrgie = calorie
*1 kilocalorie(kcal)=1000calorie


Slide 12 - Slide

Hoe is je lichaam opgebouwd?
Je lichaam is opgebouwd uit cellen.

Elke cel bestaat uit:
  1.  Celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.
  2.  Celplasma (cytoplasma) bestaat voor een groot deel uit water.
  3.  Celmembraan een vlies, zodat het celplasma in de cel blijft.

Slide 13 - Slide

Waarom matig met suiker en vet?
                   Caries is ......
                           Ander woord......

Slide 14 - Slide

Waar wordt je voedsel verteerd?
1. mondholte:                  speeksel

2. maag:                              maagsap

3. 12 vingerige darm:      alvleessap + gal (= hulpstof)

4. dunne darm:                   darmsap

Slide 15 - Slide

Vertering van voedingsstoffen
Vertering van:

koolhydraten                               mondholte

eiwitten                                           maag

vetten                                               darm [dunne darm]

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

verteringsstelsel

Slide 18 - Slide

Waar begint en waar eindigt het?
  • Ons verteringsstelsel loopt van ........................tot ....................
  •                            mond



  •                                                                                               tot kont

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Onverteerde resten noemen we voedingsvezels.
De peristalitiek gaat daardoor beter.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Verteringssappen:
Verteringsklieren maken verteringssappen:
• de speekselklieren
• de maagsapklieren
• de lever
• de alvleesklier
• de darmsapklieren
Zorgen ervoor dat het eten kleiner word

Slide 25 - Slide

maken
zelf samenvatten 
test jezelf
klaar: oefentoets op de computer

Slide 26 - Slide