Herhaling trim 1 STW

Is dit woord juist of fout geschreven?
A
Juist
B
Fout
1 / 27
next
Slide 1: Quiz
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Is dit woord juist of fout geschreven?
A
Juist
B
Fout

Slide 1 - Quiz


Slide 2 - Open question

Welk haartype zie je op deze foto?
A
kroeshaar
B
sluik haar
C
geen van beide

Slide 3 - Quiz

Op welke foto zie je een vale teint?
A
foto A
B
foto B
C
foto C
D
Op geen enkele foto

Slide 4 - Quiz



Bepaal de tekstsoort.

Slide 5 - Open question


De week voor ik mijn ouders en Florida en de rest van mijn onbeduidende leven verliet om in
Alabama op kostschool te gaan, wilde mijn moeder met alle geweld een afscheidsfeestje voor
me geven.( Miles is zijn saaie leven thuis meer dan beu.) Zeggen dat ik er niet veel van verwachtte, zou een gruwelijke onderschatting zijn. Hoewel ik min of meer verplicht was al mijn ‘schoolvrienden’ uit te nodigen, dat wil zeggen: het stelletje ongeregeld van toneel en de nerds van Engels waar ik in de gigantische kantine op school altijd uit sociale noodzaak bij zat, wist ik dat niet veel mensen zouden komen. Toch bleef mijn moeder erbij, meegesleurd door het waanidee dat ik mijn populariteit al die jaren voor haar verborgen had gehouden. Ze maakte een ware oceaan van artisjokkendipsaus klaar. Ze versierde onze woonkamer met groene en gele slingers, de kleuren van mijn nieuwe school. Ze kocht twee dozijn partypoppers en legde die in een mooie cirkel op de salontafel.

En toen het die laatste vrijdag was, toen ik bijna klaar was met pakken, toen ging ze om vier
minuten voor vijf geduldig met mijn vader en mij in de kamer op de bank zitten wachten op de
invasie voor het Afscheid van Miles. Die invasie bestond precies uit twee personen: Marie
Lawson, een klein blond meisje met een vierkante bril, en haar stevige (om het vriendelijk uit te
drukken) vriend Will. Beide personen vond ik niet leuk en zou ik ook nooit leuk vinden.
(Bron: Het Grote Misschien, JOHN GREEN)

Slide 6 - Slide

Het Grote Misschien, John Green
Hoe verlopen de gebeurtenissen?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

In het stripverhaal ‘ De Trawanten van Spih’ komt het personage van inspecteur Sapperdeboere twee maal voor. Wat kan je dan over dit personage zeggen?
A
Het is de antagonist en een vol karakter.
B
Het is de antagonist en een vlak karakter.
C
Het is de protagonist en een vlak karakter.
D
Andere

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in. Als er niet snel wordt ………………...............………………. ( streven) naar het terugdingen van broeikasgassen, dan behoort het klimaat zoals we dat nu in België kennen tegen 2056 voorgoed tot het verleden.

Slide 10 - Open question

Vul de werkwoordsvorm aan: „De resultaten zijn schokkend”, ……………..........…………………. ( berichten) Camilo Moro, leider van het onderzoek.

Slide 11 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm aan: ..................................... ( vinden) u het klimaat belangrijk?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Link

Trillend trippelde tante Tiny tandloos naar de treiterende tandarts.
Noteer het bijwoord dat in deze zin staat.

Slide 14 - Open question

Zou MIJ een zorg zijn zou MIJN zuster zondag zeggen dat ze zero centen heeft.

Welke uitspraak over MIJ en MIJN is correct?
A
MIJ en MIJN zjn beide persoonlijke vnw.
B
MIJ en MIJN zijn beide bezittelijke vnw.
C
Mij is een pers. vnw- MIJN is een bezit. vnw.
D
MIJ is een bezit. vnw- MIJN is een pers. vnw.

Slide 15 - Quiz

Zou MIJ een zorg zijn zou MIJN zuster zondag zeggen dat ze ZERO centen heeft.
Welke woordsoort is ZERO?

Slide 16 - Open question

Welk schooltaalwoord ontbreekt?

Slide 17 - Open question

Welk schooltaalwoord ontbreekt?

Slide 18 - Open question

Welke twee
schooltaalwoorden ontbreken?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Welk tekstverband kwam er in dit artikel voor?

Slide 21 - Open question

Dit bord is ... .
A
boordevol
B
boordenvol
C
boordsvol
D
boordvol

Slide 22 - Quiz

Welk tekstverband kwam er in dit artikel voor?

Slide 23 - Open question

Dit bord is ... .
A
boordevol
B
boordenvol
C
boordsvol
D
boordvol

Slide 24 - Quiz

Op deze foto zie je ... .
A
een girafnek
B
een giraffennek
C
een girafsnek
D
een giraffenek

Slide 25 - Quiz

Wat vind je van dit... ?
A
adventstukje
B
adventsstukje

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Link