H 2.1 Micro en macro

2.1 Micro en macro
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.1 Micro en macro

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert wat het micro en macroniveau is
  • Je leert dat de meeste stoffen uit moleculen bestaan
  • Je leert hoe de verschillende fases er op microniveau uitzien
  • Je leert het verschil op microniveau tussen zuivere stoffen en mengsels 
  • Je leert waarom in de scheikunde modellen nodig zijn

Slide 2 - Slide

Mengsel op macro-niveau
Mengsel op micro-niveau

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

2.1 Macro- en microniveau

Slide 5 - Slide

2.1 Macro- en microniveau
Beschrijvingen van waarnemingen worden het macroniveau genoemd (dus de dingen die je kunt zien / horen / ruiken)
 
Beschrijving of verklaring met behulp van deeltjes wordt microniveau genoemd (dus de dingen die je niet kunt waarnemen)

Slide 6 - Slide

Modellen en simulaties
Model: een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid, bijvoorbeeld de vergroting van moleculen in een tekening. 

Simulatie: een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid met bewegende beelden. Bijvoorbeeld de verandering van de vaste fase naar de vloeibare fase. 

Slide 7 - Slide

Als je de formule van water opschrijft, beschrijf je de stof dan op macro - of op micro-niveau?
A
macro
B
micro

Slide 8 - Quiz

Macro en micro:
De stofeigenschap kleur is een stofeigenschap op macro niveau.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Koperdraad is buigzaam
Is dit een voorbeeld van micro of macro niveau?
A
Macro
B
Micro

Slide 10 - Quiz


Is de blauwkleuring van het zout
een waarneming op micro
of macro niveau?
A
micro, want je kunt de kleur zien met het blote oog
B
macro, want je kunt de kleur zien met het blote oog
C
micro, want zout is heel klein
D
macro, want zoutkorrels kun je voelen

Slide 11 - Quiz

Micro of macro-niveau:

Liza maakt een suspensie en ziet dat de vaste deeltjes naar beneden zakken.
A
Micro
B
Macro

Slide 12 - Quiz

Water deeltjes gaan uit elkaar bij het verdampen.
A
Macro niveau
B
Micro niveau

Slide 13 - Quiz

Micro of macro-niveau:

De deeltjes van water liggen stil tegen elkaar aan.
A
Micro
B
Macro

Slide 14 - Quiz

Als we kijken naar de eigenschappen van een stof die je met het blote oog kunt waarnemen dan...
A
Kijken we naar de stof op microniveau
B
Kijken we naar de stof op macroniveau
C
Gaat het over natuurkunde in plaats van over scheikunde
D
Zowel macro als micro niveau.

Slide 15 - Quiz

Hiernaast zie je de 3 fasen van water (vast, gas, vloeibaar) welke voorstelling is micro- en welke is macro-niveau?
A
Boven= microniveau onder = macroniveau
B
Boven = macroniveau onder = microniveau

Slide 16 - Quiz

Water bevriest.
A
Macro niveau
B
Micro niveau

Slide 17 - Quiz

Deeltjesmodel
  • Elke stof bestaat uit moleculen 
  • Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen 
  • Moleculen trillen bijna altijd!
              Hoe hoger de temperatuur,
                                  hoe sneller ze trillen of gaan bewegen  

Slide 18 - Slide

Molecuulrooster
Nette stapeling moleculen
Alleen bij vaste stof
Moleculen zijn geordend in een rooster

Bij overgang naar vloeistof wordt 
rooster verbroken

Slide 19 - Slide

0

Slide 20 - Video

Verklaar het verschil tussen warm en koud water met het deeltjesmodel
A
Moleculen bewegen sneller in koud water
B
Moleculen bewegen sneller in warm water

Slide 21 - Quiz

Evaluatie Leerdoelen
Je kunt
  •  uitleggen wat het micro en macroniveau is
  • uitleggen dat de meeste stoffen uit moleculen bestaan
  • zien hoe de verschillende fases er op microniveau uitzien
  • verschil op microniveau tussen zuivere stoffen en mengsels benoemen
  • uitleggen waarom in de scheikunde modellen nodig zijn

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Maak opdracht 1 t/m 16



Slide 23 - Slide

De geur van een geurkaars
A
Macro
B
Micro

Slide 24 - Quiz


A
Macro
B
Micro

Slide 25 - Quiz

De moleculen trillen op een vaste plaats in het molecuulrooster.
A
Macro
B
Micro

Slide 26 - Quiz

De temperatuur van kraanwater is 16 graden Celsius
A
Macro
B
Micro

Slide 27 - Quiz

Koperdraad is buigzaam
A
Macro
B
Micro

Slide 28 - Quiz


A
Macro
B
Micro

Slide 29 - Quiz