M3 H4 - Les 3

Welkom!
Inloggen bij de Lessonup:
  • Ga naar lessonup.com (kan via laptop, tablet of mobiel)
  • Voer boven in beeld de pincode in
  • Voer je naam in

  • Camera aan, microfoon uit!
  • Vraag? Via chat of via 'hand opsteken'

1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Inloggen bij de Lessonup:
  • Ga naar lessonup.com (kan via laptop, tablet of mobiel)
  • Voer boven in beeld de pincode in
  • Voer je naam in

  • Camera aan, microfoon uit!
  • Vraag? Via chat of via 'hand opsteken'

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma van deze les
  • SO'tje: hoe ging het?
  • Herhaling 4.2
  • Uitleg 4.3 (Atoombouw)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen van deze les
Aan het eind van deze les kun je:
  • uitleggen hoe een atoom is opgebouwd;
  • uitleggen wat isotopen zijn;
  • het verschil uitleggen tussen het massagetal en de atoommassa van een atoom

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling 4.2

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welke informatie kun je NIET halen uit het Periodiek Systeem?
A
Alle elementnamen
B
Alle elementsymbolen
C
Moleculen
D
Metalen en niet-metalen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN eigenschap van een metaal?
A
Glimmen
B
Geleiden warmte
C
Geleiden stroom
D
Niet vervormbaar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Atoombouw

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Atoombouw
De kern van een atoom bestaat uit protonen en neutronen:
  • Protonen zijn positief geladen
  • Neutronen hebben geen lading
    (neutronen - neutraal)

Om de kern bewegen elektronen
deze deeltjes zijn negatief geladen

 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Atoombouw
Elk element heeft geen lading (is dus neutraal). Dat betekent dat elk element dezelfde hoeveelheid positieve deeltjes als negatieve deeltjes heeft:

Een element heeft dus altijd 
evenveel protonen als elektronen.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Atoombouw
Eerst het aantal protonen en elektronen:
  • Alle elementen in het Periodiek Systeem hebben een atoomnummer. Het atoomnummer voor zuurstof is bijvoorbeeld 8.

  • Het atoomnummer geeft het aantal protonen
    en elektronen in het element.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Atoombouw
Het massagetal van een element is het aantal protonen + het aantal neutronen. De massagetallen van alle elementen kun je vinden in Binas tabel 32.

Slide 12 - Slide

Om dus het aantal neutronen in een element te berekenen doe je:
het massagetal - het atoomnummer
Hoeveel protonen en elektronen
heeft het element zuurstof?
A
8 protonen en 8 elektronen
B
8 protonen en 16 elektronen
C
16 protonen en 8 elektronen
D
16 protonen en 16 protonen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je uitrekenen als je het massagetal - het atoomnummer doet?
A
Het aantal protonen
B
Het aantal neutronen
C
Het aantal atomen
D
Het aantal elektronen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Atoombouw
Dus:
  • Aantal protonen = het atoomnummer
  • Aantal elektronen = het atoomnummer
  • Aantal neutronen = het massagetal - het atoomnummer


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Atoombouw
Isotopen zijn atomen van dezelfde atoomsoort, maar met een verschillend aantal neutronen in de kern.


Slide 16 - Slide

Isotopen van het element koolstof (C). Het isotoop C-12 komt het meest voor in de natuur.
Atoombouw
Doordat het aantal neutronen in de kern verschilt bij isotopen, verandert ook het massagetal:

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is een isotoop?
A
De gemiddelde atoommassa
B
Atomen van dezelfde soort met een verschillend aantal neutronen in de kern
C
Verschillende atomen die veel op elkaar lijken
D
Atomen van dezelfde soort met een verschillend aantal protonen in de kern

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Atoombouw
In de natuur komen twee isotopen van chloor voor: chloor met een massagetal van 35 en chloor met een massagetal van 37. 
Je schrijft die twee isotopen ook wel als Cl-35 en Cl-37

De variant 35 komt veel vaker voor in de natuur. De 
35,5 bij chloor betekent dan ook wel de  
gemiddelde atoommassa.

Slide 19 - Slide

Cl-35 heeft 17 protonen, 17 elektronen en 18 neutronen.

Cl-37 heeft 17 protonen, 17 elektronen en 20 neutronen
Atoombouw
Het andere getal bij een element in het Periodiek Systeem is dus de gemiddelde atoommassa. De atoommassa geef je aan in de atomaire massa-eenheid, afgekort ame of u. De eenheid wordt meestal weggelaten.

Slide 20 - Slide

Net zoals wij een gewicht hebben in kg, hebben elementen een gewicht in ame of u.
Atoombouw
Het massagetal is de som van de protonen en neutronen in de kern en kun je vinden in Binas tabel 32.

De atoommassa is de gemiddelde massa van alle isotopen van dat element en vind je in het Periodiek Systeem.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Het . . . . . is de som van de protonen en neutronen in de kern en kun je vinden in Binas tabel 32.
A
Atoomnummer
B
Massagetal
C
Atoommassa
D
Elementnaam

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

De . . . . . is de gemiddelde massa van alle isotopen van dat element en vind je in het Periodiek Systeem.
A
Atoomnummer
B
Massagetal
C
Atoommassa
D
Elementnaam

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelencheck
Aan het eind van deze les kun je:
  • uitleggen hoe een atoom is opgebouwd;
  • uitleggen wat isotopen zijn;
  • het verschil uitleggen tussen het massagetal en de atoommassa van een atoom

Slide 24 - Slide

Een atoom is opgebouwd uit protonen, neutronen & elektronen.

Isotopen zijn atomen van dezelfde atoomsoort, maar met een verschillend aantal neutronen in de kern.

Het massagetal is de som van de protonen en neutronen in de kern en kun je vinden in Binas tabel 32.
De atoommassa is de gemiddelde massa van alle isotopen van dat element en vind je in het Periodiek Systeem.

Weektaak
  • Lezen paragraaf 5.1 en 5.2
  • Maken opdrachten 64 t/m 89, lever ze ook in via de Classroom!



  • Nu nog even de enquête invullen die ik in de chat zet!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions