B&F, technisch lezen, Station Zuid Nieuws week 2 les 1

Technisch lezen: Station Zuid
Thema Nieuws: week 2 les 1
Doel: woorden die eindigen op -air
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Technisch lezenBasisschoolGroep 6

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Technisch lezen: Station Zuid
Thema Nieuws: week 2 les 1
Doel: woorden die eindigen op -air

Slide 1 - Slide

Lees hard op mee

Slide 2 - Slide

Lees hardop mee

Slide 3 - Slide

We oefenen eerst samen, neem daarna de tijd op. Lees de woorden nauwkeurig. 

Slide 4 - Slide

Schrijf hier je tijd op.
Tijd 1:
Tijd 2:

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Schrijf twee woorden uit de tekst op die eindigen op -air.

Slide 10 - Open question

Welk woord past in de zin?

Dat ....is echt totaal versleten.
A
miljonair
B
meubilair
C
sanitair
D
autoritair

Slide 11 - Quiz

Welk woord past in de zin?

Een van die hanen gedraagt zich erg....
A
miljonair
B
meubilair
C
sanitair
D
autoritair

Slide 12 - Quiz

Welk woord past in de zin?

Die stunt was echt super.....
A
miljonair
B
spectaculair
C
sanitair
D
autoritair

Slide 13 - Quiz

Welk woord past in de zin?

Maak je het....... op de badkamer even schoon?
A
miljonair
B
spectaculair
C
sanitair
D
autoritair

Slide 14 - Quiz

Welk woord past in de zin?

Wie zo'n dure auto koopt, moet wel.... zijn.
A
miljonair
B
spectaculair
C
sanitair
D
autoritair

Slide 15 - Quiz

Welke twee woorden horen in de zin?
Tom is razend ......., zijn optredens zijn altijd heel.............
A
ordinair
B
populair
C
spectaculair
D
stagiair

Slide 16 - Quiz

Goed gedaan!
Ben je drie ster bij Station Zuid? Dan maak je nog de volgende opdrachten. 
Eén en twee ster mogen kiezen je ze wel of niet maakt.

Slide 17 - Slide

Ivo werk in het leger. Hij is.....
A
populair
B
multimiljonair
C
eclair
D
militair

Slide 18 - Quiz

Ik krijg van David een heerlijk gebakje. Het is een.......
A
populair
B
multimiljonair
C
eclair
D
militair

Slide 19 - Quiz

Ik ken niemand die zo rijk is. Hij is.....
A
populair
B
multimiljonair
C
eclair
D
militair

Slide 20 - Quiz

Iedereen wil haar handtekening. Ze is erg.........
A
populair
B
multimiljonair
C
eclair
D
militair

Slide 21 - Quiz

Oefen een keer, neem daarna de tijd op. Lees de woorden nauwkeurig. 

Slide 22 - Slide

Schrijf hier je tijd op.
Tijd 1:
Tijd 2:

Slide 23 - Open question

Goed gedaan!

Slide 24 - Slide