Lief zijn voor de wereld

Lief zijn voor de wereld
1 / 22
next
Slide 1: Slide
MWSecundair onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lief zijn voor de wereld

Slide 1 - Slide

Thema's
1. Hoe duurzaam eet jij? 

2. Een duurzame outfit, wat is dat? 

3. Samen voor een duurzame wereld, doe je mee? 

Slide 2 - Slide

Inleiding p. 60-61

Slide 3 - Slide

Aan wat denk jij bij de titel
"lief zijn voor de wereld"

Slide 4 - Mind map

Thema 1: 
Hoe duurzaam eet jij?

Slide 5 - Slide

Doelstellingen thema 1
  • Je begrijpt wat kinderarbeid is.
  • Je begrijpt wat fair trade is.
  • Je begrijpt hoe je voedselverspilling kan tegengaan.
  • Je begrijpt hoe je duurzaam kan omgaan met voeding.
  • Je begrijpt waarom het nuttig is om minder vlees te eten.
  • Je kan kritisch naar jezelf en je levensstijl kijken
  • Je kan je eigen mening geven op een correcte manier

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Mijn voedselafdruk is ...... dan de 0,9 hectare die voor elke wereldbewoner voorzien is
Meer
Gelijk aan
Minder

Slide 8 - Poll

Mijn waterafdruk is ...... dan de 2740 liter die er voor elke wereldbewoner beschikbaar is
Meer
Gelijk aan
Minder

Slide 9 - Poll

Slide 10 - Video

Slide 11 - Link

Wat denk jij over kinderarbeid?

Slide 12 - Mind map

Wat is fairtrade?

Slide 13 - Slide

Thema 2: 
Een duurzame outfit, wat is dat?

Slide 14 - Slide

Doelstellingen thema 2
  • Je begrijpt welke inpact het maken van kledij heeft op het milieu.
  • Je begrijpt dat fast fashion geen goed plan is.
  • Je begrijpt de voordelen van tweedehandskledij.
  • Je kan kritisch naar jezelf en je levensstijl kijken.

Slide 15 - Slide

Wie koopt vaak iets bij primark, shein..?

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Welk gevoel het jij na het kijken van dit filmpje?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Waarom gaat de jongen niet naar school?
A
Hij gaat liever werken in de textielfabriek dan te moeten leren op school
B
n zijn omgeving bestaan geen scholen, dus gaat hij maar beter werken.
C
Hij moet van zijn ouders gaan werken in de textielfabriek om zo geld te verdienen.

Slide 20 - Quiz

Gooi jij af en toe eens iets op straat?

Slide 21 - Mind map

Wat heb je onthouden uit het filmpje?

Slide 22 - Open question