T2B3&4 - Hormonen en zwangerschap

Geslachtelijke hormonen
Regeling bij een man en vrouw
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Geslachtelijke hormonen
Regeling bij een man en vrouw

Slide 1 - Slide

Vandaag:
- Hormonale regeling bij een man en vrouw
- De ontwikkeling van zygote tot baby en zijn geboorte 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
2.3.1 Je kunt de rol en werking van hormonen bij de voortplanting van de mens beschrijven.
2.4.1 Je kunt de ontwikkeling van een zygote tot volgroeide baby beschrijven.
2.4.2 Je kunt beschrijven hoe een zygote zich ontwikkelt tot meercellig organisme door differentiatie van stamcellen.
2.4.3 Je kunt de fasen van de geboorte beschrijven
 

Slide 3 - Slide

Hormonen
Hormonen zijn stoffen die de werking van processen in het lichaam regelen. 

Hormonen worden gemaakt in hormoonklieren en afgegeven aan het bloed.

Slide 4 - Slide

Geslachtshormonen
Geslachtshormonen: regelen de werking van de voortplantingsorganen:
  • ontstaan van secundaire geslachtskenmerken
  • stimuleren de productie van spermacellen
  • regelen de menstruatiecyclus

Slide 5 - Slide

Geslachtshormonen
Man:
  • Teelballen maken mannelijke geslachtshormonen (testosteron)
  • Concentratie vrij constant
Vrouw:
  • Eierstokken maken vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogeen)
  • Concentratie verandert  gedurende de menstruatiecyclus

Slide 6 - Slide

Hypothalamus-hypofyse as
Hypothalamus: stuurt hypofyse aan

Hypofyse:
  • voorkwab (adeno)
  • achterkwab (neuro = zenuwen)

FSH en LH: regelen productie
geslachtshormonen in teelballen en eierstokken

Binas 89A en C 

Slide 7 - Slide

hormonen regeling bij de man
testosteron:
  •  stimuleert secondaire geslachtskenmerken
  • stimuleert aanmaak zaadcellen
  • regelt concentratie GnRH, FSH en ICSH
Binas 89C

Slide 8 - Slide

Geslachtshormonen bij de vrouw
GnRH
FSH
LH
Oestrogen
Progesteron

Slide 9 - Slide

Menstruatiecyclus

Slide 10 - Slide

Vruchtbare periode
- eicel 12 tot 24 uur in leven om bevrucht te worden
- zaadcel kan ongeveer 3 dagen overleven
Vruchtbaar = 3 dagen voor ovulatie tot 1 a 2 dagen na ovulatie

Slide 11 - Slide

Maak opdracht 26 en 30 (uit het boek). 
Na 15 minuten bespreken we de opgaven.
timer
15:00

Slide 12 - Slide

Opdracht 26

Slide 13 - Slide

Opdracht 30

Slide 14 - Slide

Embryonale 
ontwikkeling
Bevruchte eicel (zygote)
Klievingsdelingen
Embryo
Placenta
Navelstreng
Vruchtwater
Foetus

Slide 15 - Slide

Zygote
Eerst: klievingsdelingen,
geen plasmagroei

Nadat ze zygote zich deelt, wordt het een embryo genoemd.
Door trilhaarcellen beweegt de embryo richting de baarmoeder.

Slide 16 - Slide

hCG en positieve terugkoppeling 
Een zygote maakt het hormoon: hCG. De hCG zorgt ervoor dat het gele lichaam niet afsterft,  en daardoor kan het gele lichaam doorgaan met progesteron produceren. Hierdoor zal het baarmoederslijmvlies in stand blijven en komt er geen menstruatie.

Tekst

Slide 17 - Slide

HCG
zonder HCG                                             met HCG

Slide 18 - Slide

Hoe groeit een kind in de baarmoeder?
  • In de navelstreng zitten 3 bloedvaten. 2 navelstrengslagaders en 1 navelstrengader.

  • Via de navelstrengader krijgt het kind zuurstof en voedingsstoffen van de moeder.

  • Via de 2 navelstrengslagaders  gaan CO2 en andere afvalstoffen terug naar het bloed van de moeder.

Slide 19 - Slide

Foetus              vanaf 2 maanden
Alle organen zijn aangelegd. Het embryo heet nu foetus.
Vruchtvliezen en vrucht-
water beschermen de foetus
tegen stoten en uitdroging.

Slide 20 - Slide

Geboorte
Fasen van de de geboorte:

  1. Ontsluiting (weeën en indaling)
  2. Uitdrijving (o.i.v. persweeën) 
  3. Nageboorte               (placenta & vruchtvliezen & resten navelstreng) 

Slide 21 - Slide

Stamcellen
  • Verschillende typen cellen kunnen ontstaan
  • Volwassen stamcellen
  • Embryonale stamcellen 
  • Stamceldonatie 

Slide 22 - Slide

Celdifferentiatie
  • Cellen hebben een functie 
  • Een stamcel kan verschillende type cellen maken -> celdifferentiatie
Celdifferentiatie:

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
Basisstof 3: 27, 29, 32, 33, 34
Basisstof 4: 38, 39, 40, 41, 42, 43

Slide 24 - Slide