4.4 Vermogen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

4.4 Vermogen

Het vermogen

Het vermogen is de energie die per seconde wordt omgezet.

Symbool: P (van power)

Eenheid; W (van Watt)

Het vermogen is vijf Watt.

Notatie; P = 5 W

Formule vermogen

Het vermogen hangt af van de spanning en de stroomsterkte.

P = U x I

P = vermogen in Watt (W)

U = spanning in Volt (V)

I = stroomsterkte in ampère (A)

Voorbeeld vermogen

• Bereken het vermogen van een radio waarop staat; 230 V -
       0,1 A
• Geg:
       U = 230 V
       I = 0,1 A
• Gevr:  P=?W
• Opl:    P = U x I = 230 x 0,1 = 23 W

Capaciteit

Als je een batterij meer gebruikt of er vloeit een grotere stroom, dan is hij sneller leeg.

Oefenrondje

P=U*I
Als een xbox controller 5V spanning heeft en 480mA stroomsterkte heeft, wat is dan het vermogen?

1. 240 Watt
2. 24 Watt
3. 2,4 Watt
4. 0,24 Watt

P=U*I
Als je IKEA smarthome lamp 38 mA stroomsterkte nodig heeft en 230V gebruikt, wat is dan het vermogen van de lamp?

1. 8740 Watt
2. 8,74 Watt
3. 0,087 Watt
4. 874 mWatt

P=U*I
Wanneer je laptopoplader 150 Watt vermogen gebruikt en 19,5V spanning geeft, hoeveel A stroomsterkte geeft de oplader dan?

1. 7,7 A
2. 77 mA
3. 770 mA
4. 0,77 A

Maken van opgaves

Paragraaf 4.4 over vermogen en energie:

- 1, 3, 4, 5, 6