3.1 bloed H2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 2

Samenstelling bloed

Leerdoelen

Ik kan de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies. 

Waaruit bestaat bloed?

Bloed = transport van

zuurstof, 

voedingsstoffen,

CO2 en andere afvalstoffen, 

warmte.

Samenstelling

• Bloedcellen:
  - Rode bloedcellen
  - Witte bloedcellen
  - Bloedplaatjes
• Bloedplasma 
  - eiwitten
  - Water
  - Opgeloste stoffen(o.a.mineralen)

FUNCTIES van de bloedcellen;

Rode bloedcellen

Functie:  

vervoert zuurstof en CO2!!

(Let op: geen CELKERN!!)

Ze bevatten hemoglobine, een stof met een rode kleur.  Door hemoglobine kunnen de rode bloedcellen gemakkelijk zuurstof opnemen en afgeven. 

Witte bloedcellen

• Bestrijden ziekteverwekkers, zoals bacteriën en virussen.
• (een soort) Witte bloedcellen: Opnemen en kapot maken van de ziekteverwekkers.
• ENIGE BLOEDCEL MET EEN KERN !!

Witte bloedcellen

• 
  

0

Bloedplaatjes

Functie: 

zorgt voor bloedstolling

vorm: 

geen vaste vorm, het zijn delen van uiteengevallen cellen. 

kern?

geen celkern

Bloedstolling

In bloedplaatjes zitten stoffen waardoor het bloed stolt als het buiten de bloedvaten komt. 

Wat is waar over het bloed?

1. Het bloed vervoert voedingsstoffen.
2. Het bloed vervoert afvalstoffen.
3. Het bloed vervoert zuurstof.
4. A,B en C zijn waar.

Hoe heet de bloedcel bij 4?

Hoe heet de bloedcel bij 1?

Bloedplasma

Bloedcellen

water

Rode bloedcel

Witte bloedcel

Glucose

Warmte

Bloedplaatje

Afvalstoffen

voedingsstoffen

Sommige soorten slangengif kunnen stolling van bloed in de bloedvaten veroorzaken. Welke bloeddeeltjes hebben te maken met bloedstolling?

1. Witte bloedcellen
2. rode bloedcellen
3. bloedplaatjes

Welke bloeddeeltjes hebben te maken met afweer?

1. Witte bloedcellen
2. rode bloedcellen
3. bloedplaatjes

Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.

1. Glucose
2. Koolstofdioxide
3. Glycogeen
4. Hemoglobine

huiswerk voor volgend les:

maak online van thema 3

 van 3.1

opdrachten 1 t/m 9, waarvan opdracht 5 in je papieren boek

Leerdoelen

Ik kan de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.