Herhaling botten +start aandoeningen bewegingsstelsel (VP)

Skelet
Herhaling anatomie en fysiologie + start pathologie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Skelet
Herhaling anatomie en fysiologie + start pathologie

Slide 1 - Slide

Inhoud
Anatomie en fysiologie; herhaling
- bouw botten
- botverbindingen

Pathologie: korte inleiding reumatische aandoeningen; 
- artrose
- reumatoÏde artritis
- ziekte van Bechterew
- fybromyalgie
- osteoporose
- jicht

Slide 2 - Slide

Wat ik nog graag zou willen weten of leren is.........

Slide 3 - Open question

Verbind de onderdelen van het skelet met de juiste functie.
bescherming
bewegen
Stabiliteit/ stevigheid
Aanmaak bloedcellen

Slide 4 - Drag question

Bouw van botweefsel
Bot bestaat uit verschillende lagen met calciumfosfaat (stevigheid) met daartussen collageenvezels (flexibiliteit, trekkracht).

In dit compacte botweefsel zitten kanaaltjes waar de bloedvaten, 
lymfevaten en zenuwen doorheen lopen. 

Onder het compacte botweefsel ligt 
sponsachtig botweefsel. 

Slide 5 - Slide

Bouw van botweefsel
Het sponsachtig botweefsel bevat ruimtes waarin beenmerg zit.

- Rood beenmerg: maakt bloedcellen aan, 
bij volwassenen nog maar in beperkt 
aantal botten aanwezig.

- Geel beenmerg: vetweefsel

Slide 6 - Slide

Bouw van botweefsel
Rondom het bot ligt het botvlies. 
- aanhechtplaats pezen
- bescherming botweefsel

Bij de gewrichten is het bot niet bedekt 
met botvlies, maar met kraakbeen. 

Slide 7 - Slide

Botcellen
Botweefsel wordt continu afgebroken en weer opgebouwd. Hier zorgen de osteoblasten (de 'bouwers') en osteoclasten (de 'slopers') voor.

Botweefsel bestaat uit osteocyten (osteoblasten die niet meer delen).  

Door aanmaak en afbraak vindt remodelering plaats: het bot wordt aangepast aan de krachten die het moet verdragen, maar ook aan de hoeveelheid calcium en fosfaat in het bloed. (botweefsel kan calcium en fosfaat opnemen uit of afgeven aan het bloed)

Slide 8 - Slide

Groei van botweefsel
Botten kunnen in de lengte en in de breedte
groeien.
- Lengtegroei vanuit de groeischijven 
- Breedtegroei vanuit buitenste laag, onder
het botvlies

Slide 9 - Slide

Heeft een volwassen persoon evenveel botten als een pasgeboren baby?
A
Ja, evenveel
B
Nee, meer
C
Nee, minder
D
In sommige gevallen meer, in sommige gevallen minder

Slide 10 - Quiz

Hoeveel botten heeft een volwassen persoon?
A
86
B
127
C
168
D
206

Slide 11 - Quiz

Manieren waarop
botten met elkaar
verbonden kunnen zijn.

Slide 12 - Mind map

Functies van onderdelen gewricht



Stevigheid



Soepelheid
kraakbeen
Smeer/ vloeistof
Banden
Kapsel

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Slijmbeurzen

Slide 15 - Slide

Pathologie

Slide 16 - Slide

Bij welke aandoening is het gewrichtsvlies ontstoken?
A
Artrose
B
Osteoporose
C
Reumatoïde artritis
D
Osteosarcoom

Slide 17 - Quiz

Welke aandoening geeft pas klachten wanneer er ernstige complicaties optreden.
A
Artrose
B
Fibromyalgie
C
Osteoporose
D
Jicht

Slide 18 - Quiz

Welke aandoening wordt veroorzaakt door urinezuurkristallen?
A
Bursitis
B
Fibromyalgie
C
Bechterew
D
Jicht

Slide 19 - Quiz

Bij welke aandoening kunnen je wervels
aan elkaar groeien?
Normaal
Afwijkend
A
Bursitis
B
Fibromyalgie
C
Bechterew
D
Artrose

Slide 20 - Quiz

Welke aandoening geeft vooral klachten in het bindweefsel en de spieren?
A
Reumatoïde artritis
B
Fibromyalgie
C
Bechterew
D
Jicht

Slide 21 - Quiz

Artrose;
wat, waar, wanneer, hoe,....

Slide 22 - Mind map

Een laatste vraag:

Waarom genezen botten en spieren veel sneller dan kraakbeen en pezen?
A
Ze zijn belangrijker voor het functioneren.
B
Ze bestaan uit éénvoudiger cellen.
C
Ze beschadigen makkelijiker.
D
Ze zijn beter doorbloed.

Slide 23 - Quiz

Einde deel 1

Slide 24 - Slide