Prepositions (of place)

Prepositions (of place)

Deze les kunnen jullie zelf doorlopen en oefenen.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Prepositions (of place)

Deze les kunnen jullie zelf doorlopen en oefenen.

Slide 1 - Slide

Prepositions of place?
Prepositions (voorzetsels in het NL) geven de plaats van iets aan. Zoals: in de kast, op de kast, onder de kast, naast de kast.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Prepositions of place
We gaan nu kijken of je door hebt hoe het werkt. Beantwoord de vragen op de volgende pagina's.

Slide 4 - Slide

The ball is _____ the table.
A
in
B
on
C
under
D
between

Slide 5 - Quiz

The chair is ________ the table.
A
next to
B
between
C
on
D
behind

Slide 6 - Quiz

The book is ____ the table.
A
in
B
on
C
next to
D
between

Slide 7 - Quiz

The lamp is ________ the flowers and the book.
A
on
B
between
C
in
D
behind

Slide 8 - Quiz

The rug is _____ the table.
A
in front of
B
next to
C
between
D
on

Slide 9 - Quiz

A bridge _________
the river.
A
over
B
across
C
through
D
around

Slide 10 - Quiz

Wat vind je van het onderwerp? Vind je het lastig? Of juist makkelijk?

Slide 11 - Open question

Op de volgende pagina vind je een link naar extra oefeningen. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link