3.1 Wat mag wel en wat mag niet

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

3.1 Wat mag wel en wat mag niet?

Een paar lessen over rechten en plichten,

over regels en wetten,

over misdrijf en overtreding,

over Thorbecke en de grondwet.

Regels...

Waarom hebben we in onze maatschappij eigenlijk regels nodig?

Spelregels

Regels ...

Wat zijn voordelen van regels?

Wat zijn nadelen van regels?

Heb je wel eens een regel overtreden?

Heb je wel een de wet overtreden?

Verkeersregels

Wat gaan we deze les leren?

Aan het einde van de les kan je het verschil uitleggen tussen een regel en een wet.

Aan het eind van de les kan je het verschil uitleggen tussen een misdrijf en een overtreding.

Recht = iets wat mag

Plicht = iets wat moet

Rechten en plichten

Is ieder strafbaar feit een overtreding?

Rechter

Advocaat

Officier van Justitie

Verdachten

Tekst

Rechtspraak in Nederland

Wie doet wat?

Maak de Introductie online in 

Plein-M van  hoofdstuk 3

Wat is het verschil tussen een misdrijf en een overtreding?

Wat is het verschil tussen een regel en een wet?

1848 de grondwet 

Wat gaan we deze les leren?

 Aan het eind van de les kan je ....

1 uitleggen waarom koning Willen II toch een grondwet wilde.

2 uitleggen waar artikel 1 over gaat.

3 belangrijke grondrechten noemen.

In de slides staan dit soort 'prikkertjes' lees die allemaal goed want ze geven de juiste informatie voor de toets. 

Stelling 1: in Nederland wordt iedereen gelijk behandeld.

Eens

Oneens

1848 opstand in Europa!

In 1848 komen in Parijs, maar ook in Wenen en Berlijn de mensen in opstand tegen het machtsmisbruik van de koning. of keizer. In Wenen en Berlijn moet de keizer zelfs vluchten en komt niet meer aan de macht. In Nederland is Koning Willen II aan de macht. Hij is ook bang dat hij afgezet gaat worden en laat Thorbecke een nieuwe grondwet schrijven.

Februari 1848 opstand in Parijs

De revoluties van 1848 begonnen met de Februarirevolutie in Frankrijk. er moest een nieuwe grondwet komen waarbij meer mensen stemrecht kregen. Koning Lodewijk Philippe II moest aftreden.

Maart 1848 opstand in Berlijn

Op 15 maart 1848 kwam het in Berlijntot straatgevechten waarbij honderden doden vielen en die pas ophielden toen het leger zich uit de stad terugtrok. Koning Willem Frederik IV moest een gedeelte van zijn macht afstaan.

Koning Willem II

Johan Rudolph Thorbecke

Op de volgende slide een filmpje van het Klokhuis over de grondwet. 

Maak tijdens het kijken van het filmpje 3 Kahootvragen. Zet ook de juiste en niet juiste antwoorden erbij.

https:

Zet hier je 3 Kahootvragen en antwoorden.

Macht aan de burgers.

De 1e en 2e kamer controleren of de ministers hun werk goed doen.

Met de nieuwe grondwet is de koning zijn macht kwijt en zijn het de ministers die het land besturen.

Eens in de vier jaar mogen de burgers stemmen voor de leden van de 2e kamer.

Stelling 2: In Nederland is iedereen voor de wet gelijk.

Eens

Oneens

Waarom wilde koning Willem II in 1848 toch een grondwet?

Leg uit waar artikel 1 over gaat.

Stelling 3: De grondrechten gelden voor iedereen in Nederland

Juist

Onjuist

Noem vier belangrijke grondrechten.

Wat is de overeenkomst tussen deze twee mannen?

Noem hier drie dingen die in in deze les geleerd hebt.