Herhaling stof brugjaar muziek periode 1 en 2

Herhaling theorie
periode 1 en 2

Uitleg nieuw speelstuk

Muziek brugjaar
Sonja Steiger
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MuziekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Herhaling theorie
periode 1 en 2

Uitleg nieuw speelstuk

Muziek brugjaar
Sonja Steiger

Slide 1 - Slide

Dit is:
A
een g sleutel
B
een notenbalk met sleutel
C
een notenbalk met f sleutel
D
een notenbalk met g sleutel

Slide 2 - Quiz


Welke volgorde hoor je?
A
C-A-B
B
B-C-A
C
B-A-C
D
A-B-C

Slide 3 - Quiz

hoeveel tellen samen?
A
2 tellen
B
1 tel
C
4 tellen
D
1/2 tel

Slide 4 - Quiz

dit is:
A
een halve noot
B
een pepernoot
C
een hele noot
D
een lange noot

Slide 5 - Quiz

als er 2/4 vooraan het muziekstuk staat betekent dit:
A
4tellen per maat
B
4 noten per maat
C
2 tellen per maat
D
2 of 4 tellen per maat

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

de jongen in dit filmpje speelt op de:
A
tom- hihat-snare
B
ridebekken-snare-base
C
crashbekken-snare-tom
D
Base-hihat-snare

Slide 8 - Quiz

met zijn rechter voet bediende hij:
A
de hihat
B
de base
C
de floortom

Slide 9 - Quiz

De noot D
A
heeft een hulplijntje
B
staat getekend door de eerst onderste lijn
C
hangt aan de onderste lijn
D
staat tussen het eerste en tweede lijntje in.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Je zag de popgroep ABBA .
Deze komt uit:
A
Nederland
B
Denemarken
C
Engeland
D
Zweden

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Op het vorige plaatje zag je een
A
Toonladder
B
herhalingsteken
C
F-sleutel
D
Alles van antwoord A, B en C.

Slide 14 - Quiz

Ander woord voor contrast is
A
rood / groen
B
tegenstelling
C
voorstelling
D
mengeling

Slide 15 - Quiz

In de muziek zitten vier belangrijke contrasten; hoog/laag langzaam/snel hard/ zacht en als vierde
A
zwart/wit
B
mooi/vals
C
kort/lang
D
goedkoop/duur

Slide 16 - Quiz

helemaal op het einde van dit stukje muziek zie je een

A
notenbalk die kaal is
B
een herhalingsteken
C
een geschreven woord
D
een eindteken

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Het volgende speelstuk...
We gaan Supertrouper spelen. Je mag het uitvoeren net als bij de vorige opdracht. We beginnen echter de eerste les allemaal op het keyboard om de melodie, tegenmelodie en baspartij te leren kennen.

Slide 19 - Slide

In je map op bladzijde .. staan de verschillende partijen

achterin op blz 69 staat uitleg over de vingerzetting

Slide 20 - Slide

Kijk naar partij 1 - de melodie.
Beantwoord de vragen.

Welke notenwaarden worden gebruikt?
.......... noot ........... noot ............. noot

Slide 21 - Open question

Hoe is het verloop van de melodiepartij?
A
Melodie gaat omhoog
B
Melodie gaat omlaag

Slide 22 - Quiz

Melodie Supertrouper

Slide 23 - Slide

Tegenmelodie, 2e partij Supertrouper

Slide 24 - Slide

Baspartij

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Luister naar het refrein uit ‘Super trouper’ in de versie van A-Teens.
    De melodie van dit refrein kun je volgen in partij 1 van het speelstuk.
    Hieronder staat de tekst die gezongen wordt.

 Onderstreep in je werkboek de stukjes tekst die onder de kwartnoten van
partij 1 horen.

Super trouper beams are gonna blind me
But I won't feel blue
Like I always do
'Cause somewhere in the crowd there's you

Slide 27 - Slide

Nu volgt een instructie over hoe je het kan gaan uitvoeren en daarna gaan we aan de slag!
Succes.

Slide 28 - Slide