Havo 1 tekstdoel en tekstsoorten oefening 9-6

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

Zet je camera aan

Zet je microfoon uit

Ga naar lessonup en vul de code in

Vul je eigen naam in

Vandaag

- Opmerkingen

- Fictie opdracht

- Oefenen met tekstdoelen

Huiswerk week 24: opdracht 4 en 5 van lezen hoofdstuk 5

Opmerkingen

- Wat wil de vraag van mij

- 'In welke zin?'

- Leg je antwoord uit

- Neem de tijd en lees goed

 - Geen opdrachten overslaan

- Kijk je werk serieus na

https:

De tekstdoelen op een rij

Doel van de tekst: 

Informeren

Iets leren of uitleggen (instrueren)

Iets laten doen (activeren)

Een mening geven (overtuigen)

Vermaken (amuseren)

De schrijver wil:

Dat je iets te weten komt

Dat je weet hoe je iets moet doen

Je overhalen om iets te doen

Dat je zijn mening overneemt

Je vermaken

Welk tekstdoel 

Welk tekstdoel?

Welk tekstdoel had de vorige tekst?

1. Amuseren
2. Instrueren
3. Overtuigen
4. Informeren

Welk tekstdoel 

Welk tekstdoel?

Wat was het onderwerp van de tekst?

Wat wil de schrijver met de tekst bereiken?

Welk tekstdoel?

Karel de Grote

Karel de Grote leefde van ongeveer 742 tot 814. Hij werd geboren in de buurt van de Duitse stad Aken. Karel de Grote veroverde veel Europese landen. In het jaar 800 werd hij door de paus tot keizer gekroond. Karel de Grote heeft veel gedaan voor het onderwijs en de landbouw. Hoewel hij zelf niet kon schrijven, liet hij veel scholen oprichten. Monniken moesten die scholen oprichten en er les gaan geven. Ook liet Karel de Grote veel kerken bouwen. Hij was zelf christen en wilde dat iedereen in zijn rijk zich tot het christendom bekeerde.

Welk tekstdoel had de vorige tekst?

1. Informeren
2. Instrueren
3. Activeren
4. Amuseren

Welk tekstdoel?

Karel de Grote

Karel de Grote leefde van ongeveer 742 tot 814. Hij werd geboren in de buurt van de Duitse stad Aken. Karel de Grote veroverde veel Europese landen. In het jaar 800 werd hij door de paus tot keizer gekroond. Karel de Grote heeft veel gedaan voor het onderwijs en de landbouw. Hoewel hij zelf niet kon schrijven, liet hij veel scholen oprichten. Monniken moesten die scholen oprichten en er les gaan geven. Ook liet Karel de Grote veel kerken bouwen. Hij was zelf christen en wilde dat iedereen in zijn rijk zich tot het christendom bekeerde.

Wat was het onderwerp van de vorige tekst?

Wat wil de schrijver met de tekst bereiken?

Recept voor circa 8 pannenkoeken

Tijd: 20 min.

BENODIGDHEDEN:

2 eieren

250 gr bloem

500 ml melk

snufje zout

boter of margarine om in te bakken

BEREIDINGSWIJZE: PANNENKOEKEN RECEPT

Meng in een kom het ei, de bloem, melk en een snufje zout. Als alle klontjes zijn verdwenen, kunnen de pannenkoeken gebakken worden. Verwarm een beetje boter of margarine in een pan. Wacht even totdat de pan goed warm is, en verdeel dan met een soeplepel wat beslag in het midden van de pan. Beweeg je pan een beetje heen en weer zodat het beslag over de hele pan verdeeld is. Bak de pannenkoek ongeveer 2-3 minuten totdat de bovenkant droog is. Draai de pannenkoek om en bak de pannenkoek nog ongeveer 1-2 minuten op de andere kant.

Wat was het doel van de vorige tekst

1. Informeren
2. Activeren
3. Amuseren
4. Instrueren

Recept voor circa 8 pannenkoeken

Tijd: 20 min.

BENODIGDHEDEN:

2 eieren

250 gr bloem

500 ml melk

snufje zout

boter of margarine om in te bakken

BEREIDINGSWIJZE: PANNENKOEKEN RECEPT

Meng in een kom het ei, de bloem, melk en een snufje zout. Als alle klontjes zijn verdwenen, kunnen de pannenkoeken gebakken worden. Verwarm een beetje boter of margarine in een pan. Wacht even totdat de pan goed warm is, en verdeel dan met een soeplepel wat beslag in het midden van de pan. Beweeg je pan een beetje heen en weer zodat het beslag over de hele pan verdeeld is. Bak de pannenkoek ongeveer 2-3 minuten totdat de bovenkant droog is. Draai de pannenkoek om en bak de pannenkoek nog ongeveer 1-2 minuten op de andere kant.

Wat was het onderwerp van de tekst?

Wat wil de schrijver met de tekst bereiken?

Huiswerk en vragen

Huiswerk week 24: opdracht 4 en 5 van lezen hoofdstuk 5