Adjectives and Adverbs

Adjectives & Adverbs
bijvoeglijk naamwoord & bijwoord

V3
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Adjectives & Adverbs
bijvoeglijk naamwoord & bijwoord

V3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel:
aan het eind van deze lesson up heb je adverbs en adjectives herhaald en begrepen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Almost the same, but not exactly...
1) We listened to the horrible song.
2) Something went horribly wrong...
3) I have a fantastic taste in music.
4) My favourite artists sing fantastically.
5) I think Drake is a good rapper.
6) He performs his songs well.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

We listened to the horrible song.
Waar zegt horrible iets over?
Sleep de pijl naar het juiste woord.
We listened to the horrible song.

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Something went horribly wrong.
Waar zegt horribly iets over?
Sleep de pijl naar het juiste woord.
Something went horribly wrong

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Beyonce sings fantastically.
Waar zegt fantastically iets over?
Sleep de pijl naar het juiste woord.
Beyonce sings fantastically.

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

I have a fantastic taste in music. 
Waar zegt fantastic iets over?
Sleep de pijl naar het juiste woord.
I have a fantastic taste in music.

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Adjectives (bijvoeglijk naamwoorden)
Zeggen iets over:
een persoon / dier / ding
(een zelfstandig naamwoord)

                                                    The ugly onesie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Adverbs (bijwoorden)
Zeggen iets over:
de manier waarop iets gebeurt

- werkwoord
- bijvoeglijk naamwoord
- ander bijwoord
- de hele zin

                                                   

Slide 9 - Slide

wat kun je allemaal over de lege school zeggen?
- the teacher works silently
- the classroom is extremely silent
- the students work actively
- the students work very actively
The teacher works silently.
Waarover zegt het onderstreepte woord iets?

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

The teacher works silently.
silently zegt iets over works
works is een werkwoord

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

The classroom is extremely silent
Waarover zegt het onderstreepte woord iets?

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

The classroom is extremely silent.
extremely zegt iets over silent
silent zegt iets over the classroom

silent = bijvoeglijk naamwoord
z.n. (ding)
bijw. (hoe)
bijv. nw. 
(wat voor ding)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

The students work incredibly hard.
Waarover zegt het onderstreepte woord iets?

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

The students work incredibly hard.
incredibly zegt iets over hard
hard zegt iets over work

hard = bijwoord


ww.

bijw.
(hoe)
bijw.
(hoe)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Exception: good -> well
And some stay the same:

early
left
right
fast
late
hard
fine

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Something to remember:
Er kan GEEN bijwoord na 
- werkwoorden die te maken hebben met de zintuigen
(hear - feel - look - smell - taste - seem)
- het werkwoord 'be'

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

They reacted very ......... (angry).

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Stop it! You are being so ............ (difficult)

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

You look ........(awful) white. Are you OK?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

It's an .......... (extreme) clever boy.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

I'm feeling ........... (awful) today, I think I'm going home.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Hoe goed snap je adjectives/adverbs?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Ik kom nog een keer oefenen in het ondersteuningsuur
A
Ja zeker! Ik maak straks een afspraak
B
Ja, maar ik maak nog geen afspraak
C
Misschien, ik denk er nog over na
D
Nee, niet nodig

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions