Introductie WO2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lesdoelen:

- Ik ken een aantal oorzaken van WO2.

- Ik ken het verloop van WO2 tot aan de Slag om de Schelde.

WO2?

Oorzaak 1 WO2

De Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918)

Duitsland vecht samen met Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk tegen Groot-Brittannie, De VS, Frankrijk, België en Rusland.

Duitsland en zijn bondgenoten verliezen deze oorlog. 

Hoe zouden de Duitsers zich voelen na de nederlaag van de Eerste Wereldoorlog? Leg je antwoord uit.

Oorzaak 2: de economische crisis 1929 - 1939

Duitsland moet na WO1 herstelbetalingen betalen aan Frankrijk en Groot-Brittannië. Het land leent hiervoor geld van de VS.

In de VS breekt een crisis uit, waardoor het geen geld meer aan Duitsland geeft. Deze kan dus geen herstelbetaling doen.

Duitsland raakt failliet en miljoenen mensen verliezen hun baan.

[I] Hoe zouden veel Duitse werklozen zich voelen in de jaren 1929 - 1939? Leg je antwoord uit.

Soepkeuken voor werklozen

Die letzte Hoffnung!

Duitsland en veel Duitsers voelen zich vernederd, boos en zijn stuurloos geworden.

Maar dan horen mensen een Oostenrijkse man praten in het Zuiden van Duitsland. Hij heeft aparte ideeën die bij veel mensen aanslaan.

Ideeën Hitler

- De herstelbetalingen aan Fr. en GB moeten stoppen.

- De crisis en andere problemen zijn de oorzaken van joden.

- Duitsland moet weer groot worden en gebied in Oost-Europa innemen.

- Democratie is slecht. 1 partij is het beste.

Hoe denk je dat Groot-Brittannië en Frankrijk naar Hitler en zijn ideeën keken? Leg je antwoord uit.

Begin WO2

Hitler valt Polen binnen op 1 augustus 1939 omdat hij vindt dat Duitsers meer ruimte verdienen.

- Groot-Brittannië en Frankrijk verklaren Hitler de oorlog.

- Polen wordt veroverd, en in mei 1940 wordt West-Europa, van Noorwegen en Denemarken tot Frankrijk.

In juni 1941 vallen de Duitsers de Soviet-Unie (Rusland) binnen.

- Als Japan in 1941 de VS aanvalt, verklaart Duitsland ook de oorlog aan de VS.

Nu jullie!

Wat? Je krijgt zo meteen een stad/dorp/gebied uit deze veldslag.

1. Je onderzoekt wat er gebeurd is.

2. Je verwerkt je informatie in een vorm naar keuze.

3. Je gaat dit presenteren aan de klas.

Wie? Duo of alleen

Tijd? Om 12:45 moet iedereen kunnen presenteren.