paragraaf 2.2 kleuren zien

Licht §2.2 Kleuren
1 / 35
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Licht §2.2 Kleuren

Slide 1 - Slide

Programma
introductie                               5
Kleuren uitleg                         5
oefenen 6 tm 15                    15
bespreken                                 5
uitleg                                         10
Afsluiting                                   5

Huiswerk  (voor les na de toets)         opg  6 tm 26                   

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Na deze les kun jij:

- Vertellen wat een lichtbron is.
- Waar wit licht uit bestaat.
 - Uitleggen wat kleurtemperatuur is.
- Uitleggen welke kleur een voorwerp heeft bij een bepaalde kleur licht.               

Slide 3 - Slide

Wit licht
Wit licht bestaat uit alle kleuren licht.

Alle zichtbare kleuren licht samen noemen we het kleurenspectrum.

Dit is zichtbaar in een regenboog maar kan ook zichtbaar gemaakt worden met een prisma (zie vorige plaatje)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Regenboog
Wit licht bestaat uit zeven kleuren:
Rood Oranje Geel Groen Blauw Indigo Violet

Ezelsbruggetje
ROGGBIV  (ROGGeBrood) Is Vies

Slide 6 - Slide

Kleurtemperatuur

Slide 7 - Slide

Licht mengen
Het mengen van kleuren licht werkt anders dan het mengen van kleuren verf.

Je moet in de natuurkunde altijd uitgaan van zuivere kleuren, dus als er rood staat, dan is het de zuivere kleur rood en is er niets anders in gemengd!

Slide 8 - Slide

Kleuren van voorwerpen zien
Je kunt alleen de kleuren van voorwerpen zien waarvan de gekleurde lichtstralen op jouw netvlies vallen (op de kegeltjes dus).

Een voorwerp weerkaatst alleen de  kleur die het heeft.
De andere kleuren worden geabsorbeerd (in het materiaal opgenomen).

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Programma
introductie                                5
Kleuren uitleg                        10
oefenen 6 tm 15                    15
bespreken                                 5
uitleg kleuren mengen      10
Afsluiting                                   5

Huiswerk  voor les na de toets         opg  6 tm 26                   

Slide 11 - Slide

Primaire kleuren bij licht
dit zijn de kleuren:
rood
blauw
en
groen

Kijk goed naar het plaatje hiernaast. Als je precies evenveel van de 3 lichtkleuren  met elkaar mengt krijg je wit licht.
Evenveel van twee kleuren mengen geeft magenta, cyaan of geel licht.

Slide 12 - Slide

Kleuren zien
Je kunt kleuren zien omdat in het netvlies de lichtgevoelige kegeltjes zitten. Als hier lichtstralen op vallen kun je zien.

Er zijn drie verschillende soorten kegeltjes:
  • gevoelig voor rood 
  • gevoelig voor groen
  • gevoelig voor blauw
(de primaire kleuren van licht!)

Slide 13 - Slide

Let op: kleuren verf mengen geeft niet hetzelfde effect als kleuren licht mengen!



De primaire kleuren (magenta, geel en cyaan) zijn dan ook anders bij verf.

Slide 14 - Slide

Opdracht bij site op volgende slide
Kijk met de volgende site hoe licht mengen werkt.

  • Bepaal welke kleur een persoon ziet bij verschillende combinaties van rood, groen, en blauw licht.
  • Bekijk de kleur van het licht nadat het door verschillende gekleurde filters liep!

Je kunt dit via beide knoppen (één lamp en RGB lampen) proberen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Mengen van verschillende hoeveelheden primaire kleuren van licht
Zowel  het scherm van jouw mobiel als een scherm van een computer of televisie is opgebouwd uit pixels. 

Een pixel bestaat uit drie subpixels. Iedere subpixels straalt één van de drie primaire kleuren rood, blauw of groen uit.

Door met de uitgestraalde hoeveelheid licht te varieren kunnen andere kleuren gemaakt worden.

Slide 17 - Slide

Pixel

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Kleurenfilters
Een rood filter laat alleen rood licht door, alle andere kleuren worden door het filter geabsorbeerd. 


Slide 20 - Slide

Programma
introductie H2                            5
Kleuren uitleg                             10
oefenen 6 tm 15                         15
bespreken                                    5
uitleg                                              10
Afsluiting                                       5                     Waarom kun je beter witte kleding in de woestijn dragen dan zwarte kleding?
Huiswerk  voor de les na de toets         opg  6 tm 26                   

Slide 21 - Slide

Leerdoelen
Na deze les kun jij:

- Vertellen wat een lichtbron is.
- Waar wit licht uit bestaat.
 - Uitleggen wat kleurtemperatuur is.
- Uitleggen welke kleur een voorwerp heeft bij een bepaalde kleur licht.               

Slide 22 - Slide

Welke kleur licht wordt door een groen filter doorgelaten?
A
alleen rood
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
groen en rood licht

Slide 23 - Quiz

Welke kleur licht wordt door een blauw filter doorgelaten?
A
geen licht
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
alleen blauw licht

Slide 24 - Quiz

wat gebeurt er met de kleuren licht die niet door een filter worden doorgelaten?
A
deze worden door het filter weerkaatst
B
deze worden door het filter geabsorbeerd
C
deze krijgen de zelfde kleur als het filter

Slide 25 - Quiz

Welke kleur lijkt een voorwerp te hebben als er geen licht op schijnt?
A
wit
B
zwart
C
de kleur van het voorwerp

Slide 26 - Quiz

Een kamer heeft een blauwe muur. Er schijnt wit licht op de muur.
Welke kleur zie je?
A
wit
B
blauw
C
zwart
D
je ziet de muur niet

Slide 27 - Quiz

Een kamer heeft een blauwe muur. Het is helemaal donker in de kamer. Er is alleen een gele lamp aan. Welke kleur zie je?
A
wit
B
blauw
C
geel
D
zwart

Slide 28 - Quiz

Je hebt een wit T-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen rood licht is?
A
wit T-shirt met rode letters
B
hele T-shirt is wit
C
roos T-shirt met witte letters
D
hele T-shirt is rood

Slide 29 - Quiz

Je hebt een wit T-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen groen licht is?
A
wit T-shirt met groene letters
B
groen T-shirt met zwarte letters
C
hele T-shirt is groen
D
wit T-shirt met zwarte letters

Slide 30 - Quiz

Hans heeft een trui aan die in zonlicht blauw is.
I Een blauwe trui is een trui die vooral blauw licht absorbeert.
II Een blauwe trui is een trui die vooral blauw licht terugkaatst.

A
I en II zijn niet juist.
B
Alleen I is juist.
C
Alleen II is juist.
D
I en II zijn juist.

Slide 31 - Quiz

3. Je ligt op het strand. Waar wordt je bruin van?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
van alle kleuren

Slide 32 - Quiz

De Duitse vlag bestaat uit een zwarte, rode en gele band. Hoe ziet deze vlag eruit in het licht van een rode lamp?
A
Zwart, zwart, zwart
B
Zwart, rood, rood
C
Zwart, rood, zwart
D
Rood, rood, rood

Slide 33 - Quiz

Samenvatting
  • Wit licht is opgebouwd uit alle kleuren van het spectrum.      Rood, Oranje, Geel, Groen, Blauw, Indigo, Violet.
  • De primaire lichtkleuren zijn: Rood, Groen en Blauw.
  • TV-scherm is opgebouwd uit pixels: bestaan uit subpixels: rood, groen en blauw.hiermee kunnen alle kleuren worden     gemaakt. Zijn alle subpixels uit dan zie je zwart.
  • Alle kleuren licht mengen geeft wit licht.alle kleuren verf mengen geeft zwart.
  • Twee soorten straling die je niet kunt zien:
      -  IR: infra-rood = warmtestraling
      -  UV: ultra-violet = wordt je bruin van, bij teveel is het schadelijk.
  • Absorberen en terugkaatsen:
      een voorwerp kaatst alleen zijn eigen kleur terug, alle andere kleuren worden geabsorbeerd.
  •  Witte voorwerpen kaatsen alle kleuren licht terug en absorberen geen warmte.
  •  Zwarte voorwerpen absorberen alle kleuren licht en zetten de energie uit het licht om in warmte-energie.
  • Een kleurenfilter laat 1 kleur licht door, de andere kleuren worden geabsorbeerd.



Slide 34 - Slide

Huiswerk
Maken:  Opgave 5t/m 26. 
                 (Licht § 2.2 Kleuren).

Slide 35 - Slide