les 7 kleuren

• haarverzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Les 7: Kleuren

Lesdoelen

De student:

• Kan in eigen woorden de kleuren cirkel uitleggen
• Heeft kennis gemaakt met het natuurlijkpigment
• Kan verschillende  kleurproducten benoemen
• Kan het verschil tussen een ontwikkeld en onontwikkeld product benoemen.

Ster van Oswald

Primaire kleuren

Secundaire kleuren

Tertiaire kleuren

Rood

Blauw

Geel

Oranje

Groen

Paars

Magenta

Cyclaam

Ster van Oswald

Kleurcirkel

• Primaire kleuren: rood-geel-blauw
• Secundaire kleuren: menging van primaire kleuren
  Bijv. rood+geel= oranje
• Tertiaire kleuren: menging van primair en secundair
  Bijv. rood+violet=magenta en geel+groen=cylaam

Geef een omschrijving van het begrip: complementaire kleur

Ster van Oswald

Pigment

• In het haarzakje word het natuurlijkpigment melanine gemaakt. Opgebouwd uit Rood, geel en blauw
  
• De pigmentcellen worden melanocyten genoemd
  
  
• Kleur pas zichtbaar als het in aanraking komt met zuurstof

Pigmenten

Structuur van pigment is korrelachtig

2 soorten pigment!

1. Eumaline = korrelpigment = zwart/bruin
2. Pheomaline = verspreid pigment = rood/geel

Welk pigment is makkelijker om te kleuren?

1. Eumaline
2. Pheomaline

Welke soorten
haarkleuringen
ken je?

2 verschillende soorten:

1. Ontwikkelde kleuringen
   
   
   
   
   
2. Onontwikkelde kleuringen

Ontwikkelde

Kenmerken:

• Tijdelijke kleur
• Hoef je niet te mengen
• Hecht zich aan de schubbenlaag

Onontwikkelde

Kenmerken:

• Blijvende kleur
• Moet je mengen 
• Hecht zich in de vezellaag

Onontwikkelde kleur

Ontwikkelde kleur

Kleurmouse

Verfspoeling

Kleurspoeling

Verf

Kleurshampoo

Blondeer

Kleur ontwikkelen

H2O2 (waterstofperioxide) bestaat uit :

• 2 delen H (Hydrogenium) = waterstof
• 2 delen O (oxigenium) = zuurstof

De H2O2 gaat de verbinding aan met kleurdeeltjes =

Dit samengaan heet: oxideren

12%

9%

6%

3%

10 volume

20 volume

30 volume

40 volume

Lesdoelen

De student:

• 1. Kan in eigen woorden de kleuren cirkel uitleggen
• 2. Heeft kennis gemaakt met het natuurlijkpigment
• 3. Kan verschillende  kleurproducten benoemen
• 4. Kan het verschil tussen een ontwikkeld en onontwikkeld product benoemen.

L1: Leg in eigen woorden de kleuren cirkel uit.

L2:Wat weet jij van het natuurlijk pigment?

L3/4: Zoek een afbeelding van een verpakking van een onontwikkeld product.

L3/4: Dit product is een onontwikkeld product.

1. Waar
2. Niet waar

L4: Wat is het verschil tussen een blijvende en een tijdelijke kleuring?

Volgende week gaan we verder!

TIP: Ga trainen met DAB plannen kleuren!