Les 5 - Capitulo 1 Brugklas

1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoy es jueves, 3 de octubre

Slide 3 - Slide

Las reglas:
Respect:
Als iemand praat is de rest stil
Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen
We maken elkaar niet belachelijk
We komen onze afspraken na (HW, geen mobiel, etc.)

Slide 4 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?

  • Terugblik
  • Huiswerk: vocabulario
  • Een tekst lezen en vragen beantwoorden
  • Het werkwoord ZIJN in het Spaans leren
  • Opdrachten maken om het werkwoord zijn te oefenen

Slide 5 - Slide

¿Cuáles son las metas de hoy?

  • Weet ik de vocabulario t/m "te llamas" 
  • Heb ik een tekst in het Spaans begrepen
  • Ken ik de persoonlijke voornaamwoorden
  • Weet ik hoe ik het werkwoord ZIJN in het Spaans moet vervoegen

Slide 6 - Slide

Korte pauze
Wat hebben wij vorige les geleerd?

Slide 7 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de texto: Bron C op blz. 12 lezen
Libro de ejercicio: vragen van bron C beantwoorden op blz. 12, opdr. 6
Hoe? in duo's
Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd: 10 minutos
Uitkomst: Ik heb mijn leesvaardigheid geoefend
Klaar? Maak je puzzle af, opdr. 7


Slide 8 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de texto: Bron C op blz. 12 lezen
Libro de ejercicio: vragen van bron C beantwoorden op blz. 12, opdr. 6
Hoe? in duo's
Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd: 10 minutos
Uitkomst: Ik heb mijn leesvaardigheid geoefend
Klaar? Maak je puzzle af, opdr. 7


Slide 9 - Slide

1. Vertaal de volgende persoonlijke voornaamwoorden van het Nederlands naar het Spaans:
a. Ik _______________________
b. Jij _______________________
c. Hij _____________________________
d. Zij ______________________________
e. Wij __________________________
f. Jullie __________________________
g. Zij (meervoud, vrouwelijk) ___________________________
h. Zij (meervoud, mannelijk) ____________________________

Slide 10 - Slide

2. Opdracht: Vul de juiste vorm van het werkwoord "ser" in de volgende zinnen in:
a. Yo __________ un estudiante.
b. Tú __________ muy simpático.
c. Él __________ médico.
d. Ella __________ mi hermana.
e. Nosotros ___________ de México.
f. Vosotros ____________ altos.
g. Ustedes ___________ ingenieros.
h. Ellos ____________ inteligentes.
i. Usted ___________ profesora.
j. María y Juan ___________ amigos

Slide 11 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de ejercicio maak opdr. 14 en 15 van blz. 16 en 17
Hoe? In duo's
Hulp: Tu libro de texto en la pag. 14, bron F
Tijd: 15 minutos
Uitkomst: Ik begrijp een tekst. Ik weet wat ik moet als ze me bepaalde vragen stellen in het Spaans
Klaar? 
Maak opdr. 17 en 18 in je libro de ejercicio, blz. 18 en 19

Maak opdr. 26 van blz. 23 libro de ejercicio
timer
15:00

Slide 12 - Slide

Korte pauze
Oefenen

Slide 13 - Slide

Los deberes
Leer de persoonlijke voornaamwoorden en het werkwoord SER uit je hoofd.

Overhoring


Slide 14 - Slide

¿Cuáles eran las metas de hoy?

  • Weet ik de vocabulario t/m "te llamas"
  • Heb ik een tekst in het Spaans begrepen
  • Ken ik de persoonlijke voornaamwoorden
  • Weet ik hoe ik het werkwoord ZIJN in het Spaans moet vervoegen

Slide 15 - Slide