Les 22/1

1 / 24
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

betrekkelijk vnw.
acc. ev. vrl.
A
quem
B
quod
C
quam
D
qua

Slide 18 - Quiz

Met welk voegwoord mag je een relatieve aansluiting niet vertalen?
A
hoewel
B
en
C
maar
D
want

Slide 19 - Quiz

betrekkelijke voornaamwoorden
gen. ev. onz.
A
cui
B
cuius
C
quibus
D
quo

Slide 20 - Quiz

Eo vocaturus.
A
Ik ga, geroepen zijnde.
B
Ik ga roepend.
C
Ik ga roepen.
D
Ik ga om te roepen.

Slide 21 - Quiz

amaturus es
A
jij zult liefhebben
B
jij bent zullende liefhebben
C
jij bent van plan lief te hebben
D
jij gaat liefhebbend

Slide 22 - Quiz

Hoe heet de zoon van Claudius, die Nero uit de weg werkte?
A
Anicetus
B
Brittannicus
C
Burrus
D
Seneca

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide