VO Blok 1 - Les 1: Griezelen

Welk thema gaan we
vandaag behandelen?
1 / 50
next
Slide 1: Slide
WoordenschatWereldoriëntatie+1Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 50 slide, with interactive quiz, text slide and 2 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welk thema gaan we
vandaag behandelen?

Slide 1 - Slide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.

Slide 2 - Slide

Slide 1 t/m 6 geven kleine brokjes weer van de afbeelding die hoort bij dit thema. Kunnen de leerlingen het thema van de les raden?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Griezelen!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt het?
Tekst
Onderzoek
Woordenschat
Leestafel
Boekenclub
Dit leer je nu
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Afbeelding vergroten

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • Leestafel
  • Introductie onderwerp
  • Tekst
  • Onderzoek
  • Presenteren onderzoek
  • Woordenschat
  • Boekenclub
  • Terugblik/afsluiting

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je deze les leren?
  • Je kunt een geschikt nieuwsartikel vinden om met de hele groep over te discussiëren.​
  • Je kunt formuleren wat angst is​.
  • Je leert tien nieuwe woorden en kunt deze toepassen.
  • Je kunt meer vertellen over het fenomeen angst en waarom mensen bewust angst opzoeken​.
  • Je kunt online onderzoek doen naar angst en griezelen.​
  • Je kunt je onderzoeksresultaten aan de groep presenteren​.
  • Je kunt een spel doen met de woorden van deze les.​
  • Je kunt bespreken wat een boek spannend of eng maakt​.
  • Je kunt aangeven wat je deze les hebt geleerd, waar je nog vragen over hebt en/of wat je thuis gaat vertellen over deze les.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel?
Leerdoel: je kunt een artikel vinden dat geschikt is om over te discussiëren met de hele groep.
De leestafel
Zoek een artikel dat jij interessant vindt en waar je met de groep over zou willen praten/van gedachten wisselen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat maakt een artikel volgens jou een goed artikel? 

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Wat maakt een goed artikel?
  • Voor iedereen interessant
  • Niet te kort, maar ook niet te lang


  • Je kunt er veel vragen over stellen
  • Je kunt er je mening over geven
  • Je kunt er verder over doordenken en praten

  • Je kunt er zelf oplossingen bij bedenken
  • Er komen door het artikel nieuwe vragen en
     ideeën bij je op.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions


Upload hier een foto
van jouw artikel.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions


Waar past jouw 
artikel het best?
Hier kun je veel vragen over stellen.
Hier kun je over van mening verschillen.
Hier kun je oplossingen voor bedenken of dingen bij uitvinden.
Hier staan heel veel weetjes in.
Mijn artikel past bij meerdere opties.

Slide 16 - Poll

This item has no instructions

Dit zijn goede verdiepingsvragen!
  • Hoe kan het nou dat... ? 
  • Wat ik niet snap is... ?


  • Wat zou er gebeuren als... ?
  • Zou iedereen... ?
  • Hoe zou dat in de toekomst gaan?
  • Hoe zou dat in het verleden zijn gegaan?
  • Hoe zit dat eigenlijk in andere landen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


Welke vragen kan ik aan een ander stellen over zijn/haar artikel?

Slide 18 - Open question

Discussievragen:
  • Ben jij het daarmee eens?
  • Ik vind dat toch vreemd, want….
  • Nou, dat weet ik nog niet zo zeker, want…..
  • Wie heeft er nog een ander argument?
  • Is dat wel waar? Weet je dat zeker?
  • Wat zegt die…. in het artikel erover? Wat vind je daarvan?

Verdiepingsvragen:
  • Hoe kan het nou dat…?
  • Wat ik niet snap is…?
  • Wat zou er gebeuren als…?
  • Zou iedereen…?
  • Hou zou dat in de toekomst gaan/ in het verleden gegaan zijn?
  • Hoe zit dat eigenlijk in andere landen?
Welke vragen zijn er nog meer van belang om te vertellen?
Wat zou je hier nog meer over willen weten?
Waarom was dat?
Waar was dat?
Wanneer was dat?
Hoe is het in zijn werk gegaan?
Wat is er aan de hand?
Om wie of wat gaat het?
Hoe voer ik een gesprek
over het nieuws? 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De introductie op het onderwerp van de tekst
Leerdoel?
Leerdoel: je kunt vertellen wat angst is

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions


Ik ben iemand die angst...
.... juist opzoekt
... vermijdt
...

Slide 22 - Poll

This item has no instructions

De tekst: eerst even scannen! 
bron
Bron: Volkskrant (30/9/2017 door Tonie Mudde)

Tekst bewerkt voor onderwijsdoeleinden.
scannend lezen
Scannen, hoe doe je dat?
  • Je leest eerst de titel, de inleiding en de kopjes van de alinea’s
  • Je kijkt naar de afbeeldingen in de tekst
  • Je bekijkt de 10 woorden die in de kantlijn zijn uitgelegd
  • Zijn er nog andere opvallende dingen in de tekst?
Leerdoel?
Leerdoel: je kunt meer vertellen over wat angst is en waarom mensen angst opzoeken

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lees de hele zin. Ook de zin ervoor en erna zeggen vaak iets over het woord.
Zoek het woord op in een woordenboek of in een zoekmachine op internet.
Ken je het woord in
een andere vorm wel?
Vraag het aan iemand.
Wie weet kent diegene het woord!
Kijk of er een bekend woord
zit in het onbekende woord.
Heb je het woord eerder gezien?
Waar ging de tekst toen over?
Wat kun je doen als je een woord niet begrijpt?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Maak de volgende opdrachten bij de tekst:
Lees de titel en de inleidende zin 
  • Bedenk voor jezelf waarover de tekst zal gaan.

Lees de eerste alinea 
  • Vat deze alinea samen in een korte zin. Bespreek in tweetallen.

Lees de alinea ‘Hoe werkt angst in je brein?’ 
  • Bespreek in tweetallen de gemarkeerde woorden: 
  • Wat betekenen deze woorden en hoe gebruik je ze? 

Lees nu ook de laatste alinea
  • Maak een lijstje van alle elementen die griezelen populair maken, die in de tekst genoemd worden.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

onberoerd
onberoerd: zonder gevoelens
De titel en de inleiding
Waarom is griezelen populair en kun je het kinderen wel aandoen?

Een donker spookhuis inrijden, een moordenaar ineens zien opdoemen achter de hoofdpersoon: het zijn momenten die ons brein niet onberoerd laten.


opdoemen
 opdoemen: langzaam tevoorschijn komen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions


Waar gaat de tekst over denk je?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

de hoogleraar
de professor aan de universiteit
Alinea 1
Eng kan leuk zijn
Wat?! Het hoofd van mama is weg! Maar ik hoor haar nog wel! Zo moet het ongeveer voelen voor een baby, als zijn moeder (of vader) voor het eerst een doek over het hoofd trekt om kiekeboe te spelen. En dan is daar de opluchting, als het hoofd van de ouder weer tevoorschijn komt. Niks aan de hand, het was maar een spelletje. 
Een spannend spelletje, maar voor veel kinderen al snel óók een leuk spelletje. Het voorbeeld komt van Merel Kindt, hoogleraar 
experimentele klinische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Het illustreert dat veel mensen al jong ontdekken dat iets engs tot op zekere hoogte leuk kan zijn (figuur 1). Zolang de spannende ervaring maar plaatsvindt in een veilige omgeving en er na de stress opluchting volgt.
figuur 1

Slide 28 - Slide

This item has no instructions


Vat alinea 1 samen in één korte zin. Bespreek de zin vervolgens in tweetallen.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

de cocktail
de mix
verkeren
zijn
Alinea 2
Hoe werkt angst in je brein?
Het lichaam wekt een vlucht-of-vecht-reactie op. Daarbij komen stofjes vrij die pijn dempen en energie geven - een nuttige evolutionaire erfenis voor als we écht in gevaar verkeren. Maar omdat we bij een spookhuis of een eng boek weten dat we veilig zijn, kunnen die stofjes zoals adrenaline en endorfinen, prettig aanvoelen. De chemische cocktail in ons lichaam lijkt volgens de Amerikaanse angstwetenschapper Margee Kerr dan zelfs opvallend veel op de mix van stofjes die vrijkomt bij positieve ervaringen, zoals momenten van euforie.
dempen
minder laten worden
de euforie
het overwinningsgevoel

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Wat betekenen de gemarkeerde woorden uit de tekst? Sleep het woord naar de juiste betekenis:
minder laten worden   
zijn   
de mix   
het overwinningsgevoel   
de cocktail
verkeren
dempen
de euforie

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions


De woorden cocktail, verkeren, dempen en euforie kun je op verschillende manieren gebruiken in een zin. 
Bedenk voor ieder woord twee zinnen.

Slide 32 - Open question

Voorbeeld: 1. Die cocktail is makkelijk om te maken. Hij bevat maar twee ingrediënten. 2. Dat is één grote cocktail van momenten die samenkwamen. Dat kan ik niet eenvoudig uitleggen.
de auteur
de schrijver
Alinea 3 (deel 1)
Meer elementen die griezelen populair maken
Extra elementen die griezelen populair maken: het gevoel iets overwonnen te hebben waarvan je je afvroeg of je het wel aandurfde, zeker als je dat samen met vrienden beleeft. High five, we zijn allebei met een elastiek aan onze voeten van een brug gesprongen. Enge verhalen bieden bovendien de kans om innerlijke conflicten te verwerken, stelt Sheldon Cashdan. De Amerikaanse psycholoog is verbonden aan de Universiteit van Massachusetts en auteur van het boek ‘The Witch Must Die’, over de verborgen boodschappen in sprookjes. Bij sprookjes draait het om het goede versus het slechte, waarbij het goede vrijwel altijd overwint. 
bovendien
ook

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

het opnemen tegen
gaan vechten tegen
Zo'n strijd voeren in een veilige omgeving - waarbij de lezer meeleeft met een hoofdpersoon die het opneemt tegen duistere krachten - is volgens Cashdan belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Ouders kunnen volgens hem dan ook rustig Harry Potter (figuur 2) geven aan hun kinderen, zelfs als daar oogloze wezens in voorkomen die je ziel uit je lichaam kunnen zuigen. 'Kinderen zijn veel veerkrachtiger dan we denken. Bovendien: het dagelijks nieuws bevat meer geweld en enge beelden dan je zult vinden in sprookjes of zogenaamd enge kinderboeken.' 
Alinea 3 (deel 2)
figuur 2

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Welke elementen maken griezelen populair?

Slide 35 - Mind map

This item has no instructions

  1. Je ontvangt in tweetallen een onderzoeksblad met twee onderzoeksopties.
  2. Kies één van de opties en ga op je laptop zoeken naar informatie. Overleg waar je gaat zoeken, zodat je verschillende websites kiest.
  3. Noteer je bevindingen in steekwoorden of in een mindmap.
  4. Vertel aan elkaar wat je gevonden hebt.
  5. Noteer de websites die interessant zijn, zodat je die weer terug kunt vinden.
  6. Over een paar weken heb je jouw onderzoeksresultaten nodig, dus bewaar ze goed.
Het onderzoek
Hoe doe je goed onderzoek?
Leerdoelen?
Leerdoel
  • je kunt verklaren wat er in je brein gebeurt als je bang bent/griezelt.
  • je kunt beredeneren of griezelen wel goed is voor kinderen.
  • je kunt meer vertellen over je eigen onderwerp.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt angst in je brein?             
Wat ga jij onderzoeken? 
Kies één van deze onderwerpen.
Klik op de hotspot voor 
meer informatie.
Wat gebeurt er eigenlijk in je hoofd en lichaam als je iets griezeligs doet of leest of ziet? Wat is angst? Google ‘Angst in je brein’ en lees wat je in de verschillende bronnen hierover aan informatie kunt vinden. Noteer je onderzoeksresultaten op je onderzoeksblad en schrijf de bron erbij. 
Eigen onderzoek             
Waar wil ik meer over weten? Is er tijdens het lezen van de tekst of het kijken naar het filmpje een andere vraag bij je opgekomen waar je graag onderzoek naar zou doen? Schrijf deze onderzoeksvraag op en vraag je docent of je dit kunt gaan onderzoeken.  
         Kinderen en griezelen?            
         Moet je dat wel willen?            
Is griezelen wel geschikt voor kinderen? Wat is het nut van griezelen? Moeten we kinderen tegen griezelen beschermen? Begin voor dit onderzoek op Google met de zoekterm: ‘Griezelen voor kinderen’. Pik de interessante websites eruit voor je onderzoek en noteer je onderzoeksresultaten + de onderzoeksbron op je onderzoeksblad. 

Slide 37 - Slide

Je krijgt kort de tijd om zoveel mogelijk nieuwe informatie​ te vinden. Deze informatie deel je straks met de groep.​ Zet zoveel mogelijk van de gevonden informatie op een ​blad of maak er een mindmap van.​​


    Voor informatie over adrenaline en
    endorfine kun je zoeken op:
    Voor informatie over kinderen
    en griezelen kun je zoeken:


Let goed op...
Hier komt een aantal tips!

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Een mindmap maken
Een mindmap is een schema opgebouwd uit begrippen en 
plaatjes die zijn geordend in de vorm van een boomstructuur 
rond een centraal thema.


  1. Start met een centraal beeld of woord
  2. Maak takken & subtakken
  3. Gebruik maximaal één sleutelwoord per tak
  4. Maak je mindmap van globaal naar specifiek
  5. Werk in de richting van de klok
  6. Gebruik verschillende kleuren
  7. Maak tekeningen

Tip: vraag je docent naar de hand-out 'Mindmap maken'

Slide 39 - Slide

This item has no instructions


Welke nieuwe informatie ben je te weten gekomen in 
jouw onderzoek? Vertel het aan de andere leerlingen 
of typ hier je aantekeningen.
Presentatie onderzoeksresultaten
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: : je kunt onderzoek doen naar een subthema gerelateerd aan fobieën 



Leerdoel?
Leerdoel: je kunt je eigen onderzoek presenteren aan de klas.

Slide 40 - Open question

This item has no instructions


    Even terugkijken naar het onderzoek. Welke doelen heb je al
    behaald? En welke (nog) niet? Sleep ze naar het juiste vak.
Wist je dat...
wanneer je een doel versleept, erachter een nieuwe verschijnt.
Hoe ging het onderzoek?
Ja, dit doel heb ik behaald.
Nee, aan dit doel moet ik nog werken.
Ik heb goede onderzoeksvragen bedacht.
Ik heb nieuwe dingen geleerd.
Ik heb veel informatie gevonden bij mijn onderzoeksvragen.
Ik ben nu ook nieuwsgierig geworden naar andere zaken omtrent dit onderwerp.
Ik kan kort vertellen 
wat ik te weten ben gekomen.
Ik heb de onderzoekstijd 
nuttig en goed besteed. 
Ik heb effectief met iemand samengewerkt. 
Ik kan minimaal twee woorden van deze les gebruiken bij mijn presentatie.

Slide 41 - Drag question

This item has no instructions

Woordenschat

Stap 1: Noem een plaats waar je jouw woord kunt vinden 
Stap 2: Omschrijf het woord zonder het te noemen.           
Stap 3: Teken het woord                                                               
Stap 4: Maak een woordspin met het woord zonder het     woord in het midden te zetten                                  
Stap 5: Noem een synoniem                                                       
Stap 6: Verzin een raadsel over het woord                              
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: je oefent met de woorden van de tekst.
Welk woord is het?

Slide 42 - Slide

Uitleg 

MET DEVICES
  • Werk in groepjes
  • 1 iemand uit het groepje draait aan het rad, de rest mag nog niet kijken
  • Voer de stappen uit (zie slide). Raden de andere leerlingen het woord?
ZONDER DEVICES
  • werk in groepjes
  • er is telkens 1 iemand uit een groepje aan de beurt
  • de docent draait aan het rad en degenen uit de groepjes die aan de beurt zijn houden hun ogen open, de rest sluit de ogen
  • Wanneer het woord bekend is, mag iedereen de ogen weer openen. Voer de stappen uit (zie slide). Raden de andere leerlingen het woord?



    Wat maakt een verhaal of een film spannend?
De boekenclub
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: je kunt een aantal factoren noemen die een verhaal spannend of eng maken. 

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

1

Slide 44 - Video

This item has no instructions

01:07

Wat maakt dit zo spannend? Bedenk drie factoren die dit filmpje spannend maken.

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

Heb jij weleens een spannend boek gelezen?
  • Welke factoren maakten dat boek zo spannend? 


  • Waren dat heel andere factoren dan bij de trailer van Jaws? Bespreek in tweetallen.

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting & Terugblik

Leen een spannend boek uit de boekenkast!

Slide 47 - Slide

This item has no instructions


Noem drie dingen die je deze les geleerd hebt:

Slide 48 - Open question

This item has no instructions


Noem twee dingen waar je 
nog wat meer over wilt weten:

Slide 49 - Open question

This item has no instructions


Wat ga jij thuis vertellen over deze les?

Slide 50 - Open question

This item has no instructions