De was doen

Hoofdstuk 8 was verzamelen en sorteren
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8 was verzamelen en sorteren

Slide 1 - Slide

Als je wasgoed sorteert, kijk je alleen naar de kleur van het wasgoed.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Losse knopen aanzetten hoort bij een goede voorbereiding van de wasverzorging.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Dit is ...
A
handen wassen
B
was sorteren
C
kleding controleren
D
op de deur kloppen

Slide 4 - Quiz

Dit is ...
A
handen wassen
B
was sorteren
C
kleding controleren
D
op de deur kloppen

Slide 5 - Quiz

Dit is ...
A
handen wassen
B
was sorteren
C
kleding controleren
D
op de deur kloppen

Slide 6 - Quiz

Dit is ...
A
handen wassen
B
was sorteren
C
kleding controleren
D
op de deur kloppen

Slide 7 - Quiz

Fijne lingerie kun je op zestig graden wassen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Het wassymbool geeft informatie over de textielgrondstof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Als je lichte en donkere was bij elkaar moet wassen, kun je het best kiezen voor een lage temperatuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Een symbool van een strijkijzer met één bolletje betekent dat de was heet mag strijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Dit is ...
A
de waszak
B
de kleding
C
de linnenkar
D
het werkhandschoenen

Slide 12 - Quiz

Dit is ...
A
de waszak
B
de kleding
C
de linnenkar
D
het werkhandschoenen

Slide 13 - Quiz

Dit is ...
A
de waszak
B
de kleding
C
de linnenkar
D
het werkhandschoenen

Slide 14 - Quiz

Dit is ...
A
de waszak
B
de kleding
C
de linnenkar
D
het werkhandschoenen

Slide 15 - Quiz

In colorwasmiddelen zitten geen optische witmiddelen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Wasverzachter maakt wasgoed antistatisch.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Hoeveel wasmiddel je gebruikt (dosering), is vooral afhankelijk van het merk wasmiddel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Vloeibare wasmiddelen wassen beter schoon dan waspoeder.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

lichte was
donkere was

Slide 20 - Drag question