5.2 De rekenmachine

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

5.2 De rekenmachine

Hoe denkt een rekenmachine?

Vorige les 5.1

Alles gelukt met het huiswerk?

Zijn er nog vragen?

Rond af op 2 decimalen:

12,5498

Rond af op 3 decimalen:

9,29432

Lesplanning les 2

- §5.2: berekeningen maken met je rekenmachine

- §5.2: schatten

Aan de slag met het huiswerk

Rekenmachine

Decimale getallen → punt

2 mintekens:

De aftrekmin → -

De negatieve min → (-)

Bij berekeningen met een deelstreep → breuktoets

Denk bij berekeningen met haakjes aan de haakjes

Van breuk naar kommagetal en weer terug

Bereken met je rekenmachine:

3,81⋅5,2=

Bereken met je rekenmachine:

8,3−(−2,5−1,7)=

Bereken met je rekenmachine:

​4,3+1,7​​8,16​​=

Welke deling kan je als schatting maken (geef ook het geschatte antwoord)? Dus niet precies uitrekenen.

11,56:1,87=

Welke som kan je als schatting maken, geef ook het geschatte antwoord?

296,25⋅51,87=

Aan de slag/huiswerk

5.2 maken en nakijken:

23,25, 27, 30, 32 en 35