- leren kaartlezen: plaatsen en gebieden en hun kenmerken
op de kaart te laten opzoeken en benoemen.
Functionele topografie dus! Het gaat bij kaartlezen in de kern om lokaliseren en beschrijven: Waar is dat? Wat is daar? en Hoe is dat daar?
- Kaart analyse zoeken naar patronen in de kaart: waar is veel van iets en
waar weinig en valt dat samen met andere zaken op die kaart of op andere
kaarten. Bij kaartanalyse gaat het nog steeds
om beschrijven, maar vooral ook om vergelijken en het zoeken van verbanden.