Satzbau

Wortfolge Haupt- und Nebensatz
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wortfolge Haupt- und Nebensatz

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Deze zinnen kan je meestal makkelijk
vanuit het Nederlands vertalen ...

(In de volgende voorbeelden staat het onderwerp blauw en de persoonsvorm rood aangegeven)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

We oefenen samen

Slide 19 - Slide

Zet in de goede volgorde:
Kriminelle - Zwecke - können - haben - dieses - für - Online-Tool - ihre - nutzen

Slide 20 - Open question

Ich - muss - Hausaufgaben - machen - seine - er - dass - weiß

Slide 21 - Open question

Bist - sind - weil - du - wir - böse - nicht - gekommen - ?

Slide 22 - Open question

Vertaal: Ik weet niet of ik hier een komma moet zetten.

Slide 23 - Open question

Übersetze ins Deutsche:
Wij kopen een nieuw huis maar het is duur.

Slide 24 - Open question

Übersetze ins Deutsche:
Ik draag een jas want het is koud.
(> weil)

Slide 25 - Open question

Übersetze ins Deutsche:
Wil jij een pizza of wil je liever een lasagne? (>möchten)

Slide 26 - Open question

Übersetze ins Deutsche:
Hij gaat naar huis want hij is klaar.

Slide 27 - Open question

Übersetze ins Deutsche:
Ik wilde het uitleggen maar hij heeft zich niet laten helpen.

Slide 28 - Open question

Hast du dein Lernziel erreicht?
(je kent de juiste woordvolgorde in Duitse zinnen)
A
Ja, ich verstehe es!
B
Ja, ich kann es auch jemanden erklären.
C
Ich finde es noch schwierig, aber übe noch!
D
Nein, ich verstehe es noch nicht.

Slide 29 - Quiz