Figuren

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

rekendomein: 2D- en 3D-figuren

Doelen van deze les:

Je kent de namen van 6 figuren uit dit rekendomein

Je kunt de namen koppelen aan de figuren als ze door elkaar staan

Je kunt de figuren herkennen als ze zijn 'uitgeklapt' 

Noem zoveel mogelijk figuren die je kent in 2D en 3D

figuren (2D en 3D)

Wie weet het nog van de vorige rekenles?
Hoe noemen we 2D- en 3D-figuren voluit?

Meten en meetkunde: vlakke figuren

(2D/tweedimensionaal)

Stukje theorie herhalen

Een vlakke figuur is plat (= 2D/tweedimensionaal).

Een vlakke figuur:

-  heeft een omtrek

- heeft  een oppervlakte

- maar heeft géén inhoud.

De meest bekende vlakke figuren zijn:

welke 3D-figuur kun je maken van een vierkant

1. cilinder
2. balk
3. bol
4. kubus

welke 3D-figuren kun je maken van een cirkel?

1. bol
2. balk
3. cilinder
4. kubus

welke 3D-figuur kun je maken van een rechthoek?

1. driehoek
2. balk
3. bol
4. vierkant

Welke 2D-figuur is dit?

1. Driehoek
2. Cirkel
3. Rechthoek
4. Vierkant

Welke 2D-figuur is dit?

1. Driehoek
2. Cirkel
3. Rechthoek
4. Vierkant

De juiste namen gebruiken voor platte vormen/2D-figuren.

3D-figuren kun je ook tegenkomen 

Een kubus, een balk en een bol

zijn 3D-figuren. Waar zie je die 

op onderstaande foto? 

3D-figuren

herkennen

1. Schrijf op welke 2D- en 

3D- figuren jij nu kent.
(1 minuut)

2. Welke 2D- en 3D-figuren zie je in het klaslokaal?

3. Wissel je antwoorden uit met een klasgenoot. (1 minuut)

2. Overleg met z'n 2-en en
kijk of je tot 4 figuren kan komen. 

Wat heb je deze les geleerd? Noem minimaal 2 dingen.

aan de slag met 3D-figuren

- maak met behulp van de werkbladen zelf de 3D-figuren

 kubus en driehoek

- 'personaliseer' je kubus en driehoek door deze mooi te kleuren/te versieren vóórdat je hem gaat knippen en vouwen!