English theme 2

Hoe zeg je in het Engels: hoe laat is het?
1 / 15
next
Slide 1: Open question
EngelsMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Hoe zeg je in het Engels: hoe laat is het?

Slide 1 - Open question

Telling the time

  • past: alle tijden vanaf het hele uur tot het halve uur 
  • to: alle tijden vanaf het halve uur tot het hele uur
  • Let op 1: hele uren noem je ... o'clock
  • Let op 2: halve uren krijgen past (half past ... )
  • Let op 3: bij tijden gebruik je in het Nederlands 'om',                     in het Engels gebruik je 'at'                                               > om één uur = at one o'clock
Het Engels kent maar 2 kloktijden:

Slide 2 - Slide

Vertaal: het is half drie

Slide 3 - Open question

vertaal: het is kwart over vier

Slide 4 - Open question

vertaal: Het is tien over half vijf.

Slide 5 - Open question

What time is it?
It's quarter to three
A
Het is kwart voor vier
B
Het is kwart over vier
C
Het is kwart over drie
D
Het is kwart voor drie

Slide 6 - Quiz

Vocabulary.
Wat betekent message?

Slide 7 - Open question

Welk woord is goed gespeld?
A
subjekt
B
o, clock
C
locker
D
twelveth

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

schrijf de tegenwoordige tijd van walk in I, you, he, she, we en they vorm.

Slide 10 - Open question

Exercise 
1. I really love (playing) rugby.
2. we enjoy maths.
3. My favourite subject is PE.
4. I love reading comics.
5. I’m not crazy about that.
6. I like hanging out with friends.
7. enjoy music.
8. my best friend does not enjoy music.
9. I'm not really into sports.




Slide 11 - Slide

vertaal:
Zij zijn grote fans van rapmuziek.

Slide 12 - Open question

Vertaal: Wij hebben om elf uur biologie.

Slide 13 - Open question

Vertaal: Mijn volgende les is wiskunde.

Slide 14 - Open question

Extra practice
Stepping Stones


    •   Stepping Stones Noordhoff online
    • Slim stampen: Theme 2 School life
    •  vocabulary 

    Slide 15 - Slide