20241107 VAV4HAOOOAK - havo - Nederlands

VAV4HAOOOAK 
Nederlands
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap, maatschappijleer en -kunde, Nederlands en LOB bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.

david.lindenaar@vonknh.nl

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

VAV4HAOOOAK 
Nederlands
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap, maatschappijleer en -kunde, Nederlands en LOB bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.

david.lindenaar@vonknh.nl

Slide 1 - Slide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 2 - Slide

15 minuten individueel lezen

timer
15:00

Slide 3 - Slide

Planning VAV4HAOOOAK 


Toetsen Nederlands periode 1 wordt doorgeschoven naar periode 4

Slide 4 - Slide

Planning VAV4HAOOOAK 
Op niveau:
H1 Informatie en media taalverzorging
Woensdag 16-10: opdracht 10 (blz. 18), 11 (blz. 18) en 6 (blz. 15) + beschouwing uitdelen
Donderdag 17-10: opdracht 12 (blz. 19), 13 (blz. 22), 2 (blz. 12) en 5 (blz. 14)
Woensdag 23-11:  opdracht 14 (blz. 24), 11 (blz. 18) en 15 (blz. 25) 
Donderdag 24-11: opdracht 14 (blz. 24), 11 (blz. 18) en 15 (blz. 25) + beschouwing inleveren
Herfstvakantie: 28-10 t/m 01-11
Woensdag 06-11: Laagland module 1
Donderdag 07-11: Laagland module 3
11-11 t/m 15-11: Toetsweek 1

Slide 5 - Slide

Lesdoel
Les 07-11
Individueel lezen

Laagland, literatuur en lezer. Leerwerkboek A
Module 3, Opdracht 2, 5 en 11

Slide 6 - Slide

Laagland, literatuur en lezer. Leerwerkboek A

Laagland, literatuur en lezer. Leerwerkboek A
Module 3:
Opdracht 2. Pagina 66-80
Opdracht 5. Pagina 66-80
Opdracht 11. Pagina 66-80

timer
45:00

Slide 7 - Slide

Tekstdoel en tekstsoort 

Slide 8 - Slide

Tekstverbanden
De bouwstenen van een tekst worden door tekstverbanden aan elkaar verbonden. De schrijver gebruikt hiervoor signaalwoorden.

Vraag: waarom is het handig om tekstverbanden te herkennen?

Slide 9 - Slide

Belangrijke tekstverbanden
Er zijn nog meer tekstverbanden. Dit zijn een aantal belangrijke.
  1. opsomming
  2. volgorde van tijd
  3. tegenstelling
  4. voorbeeld
  5. oorzaak - gevolg
  6. voorwaarde

Slide 10 - Slide

Wat is een signaalwoord?
  • Verbindingswoord
  • Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s



Slide 11 - Slide

opsomming

Een voetbalteam bestaat uit: een keeper, verdedigers, middenvelders, aanvallers, een coach, wisselspelers en een verzorger.


Signaalwoorden:

ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte, en.

Maar ook: dubbele punt (:); liggende streepjes (-); getallen (1,2,3); dots.

Slide 12 - Slide

volgorde van tijd 
Mijn zoon had dit weekend eerst een voetbalwedstrijd. Daarna had hij een verjaardagsfeestje en vervolgens mocht hij bij een vriend logeren.

Signaalwoorden:
eerst, daarna, vervolgens, vroeger, nu, toen

Slide 13 - Slide

tegenstelling

Vanmorgen moest ik vroeg opstaan, maar morgen kan ik uitslapen.


 Signaalwoorden:

tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant...aan de andere kant.

Slide 14 - Slide

voorbeeld

Je kunt veel verschillende soorten sporten noemen. Denk bijvoorbeeld aan wintersport.


Signaalwoorden:

bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere.

Slide 15 - Slide

oorzaak-gevolg
Morgen gaan we schaatsen, want het heeft gevroren.

Signaalwoorden:
doordat, omdat, want, waardoor, daarom

Slide 16 - Slide

voorwaarde
Je mag vanavond gamen, mits je je huiswerk af hebt.

Signaalwoorden:
als ......dan, tenzij, mits (=op voorwaarde dat)

Slide 17 - Slide

Theorie signaalwoorden

Slide 18 - Slide

Terugblik
Les 07-11
Individueel lezen

Laagland, literatuur en lezer. Leerwerkboek A
Module 3, Opdracht 2, 5 en 11

Slide 19 - Slide