What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentoets werkwoordspelling
Oefentoets werkwoordspelling
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefentoets werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Hij (geloven, tt) mij niet.
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt
Slide 2 - Quiz
Wat (vinden, tt) je van mijn nieuwe schoenen?
A
vind
B
vindt
C
vint
Slide 3 - Quiz
De jongens (ontmoeten, tt) elkaar op het voetbalveldje.
A
ontmoete
B
ontmoeten
C
ontmoette
D
ontmoetten
Slide 4 - Quiz
Als ik de takken (vasthouden, tt), dan kan jij ze bij elkaar binden.
A
vasthoudt
B
vasthoud
Slide 5 - Quiz
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De nieuwe spits kon niet aan de (wekken) verwachtingen voldoen.
Slide 6 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De (ontslaan) medewerker zoekt nu een nieuwe baan.
Slide 7 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De rechtbank besloot beide verdachten tegelijk te (berechten)
Slide 8 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Pak nu onmiddellijk je boek en (houden) je mond.
Slide 9 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De burgers van het (beschieten) dorp vluchtten de bergen in.
Slide 10 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Gisteren (luiden, vt) de voorspelling nog regen en storm, maar nu schijnt de zon
Slide 11 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Thea en Bas waren zo laat vertrokken, zodat ze (vrezen, vt) te laat te komen.
Slide 12 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De dorpelingen liepen in stilte langs hun (verwoesten) huizen.
Slide 13 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De fotograaf (vergroten, vt) vorige week de foto.
Slide 14 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Het (verbazen, tt) me steeds weer dat er altijd wat moois bloeit in hun tuin.
Slide 15 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Dat er ook 's winters iets in de tuin bloeit, heeft me altijd (verbazen).
Slide 16 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Hoewel we de tekst goed geleerd hadden, (vergissen, vt) we ons vaak.
Slide 17 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De jachtopziener (bespieden, tt) een roedel herten.
Slide 18 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
(raden) je zus nu wel het juiste antwoord?
Slide 19 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?
Ik antwoord graag op al jouw vragen. Antwoord is?
Slide 20 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs
De politie verbrandde de gevonden drugs. Verbrandde is?
Slide 21 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs
Het vliegtuig is op tijd geland. Geland is?
Slide 22 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?
De gewonde man moest met spoed naar het ziekenhuis. Gewonde is?
Slide 23 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?
Hij heeft mij ingelicht over de lastige zaak. Ingelicht is?
Slide 24 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord -bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?
Hij vermoedde helemaal niks. Vermoedde is?
Slide 25 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?
De boer oogst het graan in augustus. Oogst is?
Slide 26 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?
Hij heeft die tekst goed samengevat. Samengevat is?
Slide 27 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?
De verklede meisjes zagen eruit als clowns.Verklede is?
Slide 28 - Open question
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?
Ruim nu onmiddellijk je kamer op! Ruim is?
Slide 29 - Open question
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (verven) deur
Slide 30 - Open question
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (haten) minister
Slide 31 - Open question
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (verbreden) boulevard
Slide 32 - Open question
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (bespreken) toets
Slide 33 - Open question
pvtt of vd?
De relschopper belooft dat hij zijn gedrag verbetert.
verbetert is?
A
pvtt
B
vd
Slide 34 - Quiz
pvtt of vd?
Zij vinden dat ze wel een snoepje hebben verdiend.
Verdiend is?
A
pvtt
B
vd
Slide 35 - Quiz
pvtt of vd?
Wie weet wat er vanavond gebeurd is?
gebeurd?
A
pvtt
B
vd
Slide 36 - Quiz
pvtt of vd?
Monica beweert dat ze snel verbrandt in de zon.
verbrandt?
A
pvtt
B
vd
Slide 37 - Quiz
More lessons like this
*Toets werkwoordspelling
April 2022
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werkwoordspelling pto3 v2 oefenen
May 2023
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
ww-spelling + gebiedende wijs herhaling klas 1 voor 2A3
December 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
toets ww
February 2022
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Havo2 - week 16 - herhaling spelling
April 2021
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling werkwoorden les 2
December 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 2 - gebiedende wijs
February 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
*Werkwoordspelling gebiedende wijs, vwo 1
March 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1