Studievragenlijst

Mentorles: Hoe leer jij?
  • Geef eerlijk antwoord

  • Je antwoord kan nooit fout zijn


1 / 39
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mentorles: Hoe leer jij?
  • Geef eerlijk antwoord

  • Je antwoord kan nooit fout zijn


Slide 1 - Slide

Voor de lessen (en online toetsen) gebruik ik
A
een eigen computer, laptop of chromebook
B
een computer die ik deel met zus/broer
C
alleen mijn telefoon
D
anders ... (geef in de chat door aan je mentor wat je precies gebruikt)

Slide 2 - Quiz

Als ik klaar ben met mijn toets...
A
Kom ik er bijna niet toe het nog over te kijken
B
Lees ik het soms nog over
C
Kijk ik het meestal helemaal na
D
Lever ik het gelijk in

Slide 3 - Quiz

Tijdens het leren heb ik de radio/tv/muziek aanstaan waarin ook af en toe Nederlands gesproken of gezongen wordt.
A
nooit
B
soms
C
vaak

Slide 4 - Quiz

Op de plaats waar ik mijn huiswerk maak, word ik vaak afgeleid door spullen die me meer interesseren dan mijn huiswerk.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Als ik woordjes uit mijn hoofd leer, schrijf ik...
A
ze bijna nooit op
B
De voor mij moeilijke woordjes direct op
C
Schrijf ik alle woordjes op

Slide 6 - Quiz

Als ik voor twee uur huiswerk heb, onderbreek ik mijn huiswerk met een korte pauze.
A
meestal
B
soms
C
bijna nooit

Slide 7 - Quiz

Als ik thuis ben dan gebruik ik een woordenboek of google als ik de betekenis van een woord niet weet.
A
nooit
B
soms
C
meestal

Slide 8 - Quiz

Als ik thuis iets uit mijn hoofd moet leren
A
Doe ik het zachtjes voor mezelf
B
leer ik hardop
C
Leer ik stil

Slide 9 - Quiz

Ik noteer elke dag mijn huiswerk nauwkeurig in mijn agenda
A
soms ook niet
B
meestal
C
altijd
D
nooit

Slide 10 - Quiz

Ik kijk elke dag in het rooster / Eduarte Portalen naar het huiswerk
A
nooit
B
meestal
C
altijd
D
soms wel soms niet

Slide 11 - Quiz

Als ik een tekst / iets uit mijn hoofd moet leren
A
Besteed ik alle tijd aan het overlezen
B
Besteed ik ook een gedeelte van de tijd aan het overhoren van mezelf
C
laat ik me ook overhoren door iemand anders

Slide 12 - Quiz

Sommige dagen besteed ik veel tijd aan mijn huiswerk, op andere dagen weinig.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

In deze corona tijd met alle online lessen voel ik me wel eens
A
héél erg moe
B
verdrietig
C
niet anders dan anders
D
alleen

Slide 14 - Quiz

Als ik een niet te grote toets op krijg
A
Spreid ik het meestal over 2 of meer dagen
B
Leer ik het meestal in 1 dag

Slide 15 - Quiz

Ook al heb ik mijn huiswerk de dag tevoren goed geleerd, toch kijk ik het een tijdje daarna nog even vlug over.
A
bijna nooit
B
soms
C
bijna altijd

Slide 16 - Quiz

ik heb thuis een rustige werkplek
A
bijna nooit
B
soms
C
bijna altijd
D
met een koptelefoon kan ik me wel afsluiten/concentreren

Slide 17 - Quiz

Sinds de school (en sport) dicht is, ben ik voornamelijk in huis
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Als ik een toets terug krijg
A
Bekijk ik de fouten altijd erg nauwkeurig
B
Lees ik de fouten nog even over
C
Kijk ik vooral naar het cijfer, minder naar de fouten
D
kijk ik er helemaal niet naar

Slide 19 - Quiz

Bij het lezen van een regel in een boek beweeg ik mee met mijn hoofd
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Vanaf de plaats waar ik meestal mijn huiswerk maak
A
Kan ik de TV alleen horen
B
Kan ik de TV ook zien
C
Kan ik de TV niet horen of zien.
D
kan ik ook de gamecomputer zien

Slide 21 - Quiz

Er zegt wel eens iemand tegen me: “Je moet netter werken.”
A
nooit
B
soms
C
vaak

Slide 22 - Quiz

Ik weet hoe ik een woordenboek of google moet gebruiken
A
niet zo goed
B
zo ongeveer
C
goed

Slide 23 - Quiz

Als ik een boek lees, wijs ik de regel aan met mijn vinger
A
meestal
B
nooit
C
soms

Slide 24 - Quiz

Ik weet precies hoe ik een atlas moet gebruiken
A
niet zo goed
B
zo ongeveer
C
goed

Slide 25 - Quiz

Als ik van school thuis kom
A
Begin ik meestal meteen, zonder te pauzeren, aan mijn huiswerk
B
Begin ik na een korte pauze aan mijn huiswerk
C
Duurt het nog wel even, voor ik aan mijn huiswerk begin

Slide 26 - Quiz

Als ik huiswerk heb begin ik, wanneer mogelijk, bijna altijd met leren
A
Een paar dagen voor ik het moet kennen
B
Op de dag voor ik het moet kennen

Slide 27 - Quiz

Lessen die we al een tijdje geleden hebben gehad
A
Neem ik alleen vlak voor een proefwerk nog door
B
Neem ik tussentijds nog wel eens door
C
Neem ik nooit door

Slide 28 - Quiz

Thuis heb ik altijd een vast plek om huiswerk te maken
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Als ik thuis een boek lees, doe ik dat hardop
A
vaak
B
soms
C
nooit

Slide 30 - Quiz

Als ik aan mijn huiswerk begin, stel ik van tevoren vast hoeveel tijd ik ongeveer aan elke vak zal besteden.
A
(bijna) altijd
B
soms
C
nooit

Slide 31 - Quiz

Bij het maken van mijn huiswerk
A
Begin ik met het moeilijkste
B
Begin ik met het makkelijkste
C
Doe ik moeilijke vakken en makkelijke vakken door elkaar
D
Neem ik de volgorde van de vakken zoals ze in mijn agenda staan

Slide 32 - Quiz

Ik heb wel eens fouten gemaakt bij een toets of bij het huiswerk, alleen maar omdat ik de opdracht niet goed gelezen had.
A
Bijna nooit gebeurd
B
Een paar keer gebeurd
C
Gebeurt vrij vaak

Slide 33 - Quiz

Ik maak mijn huiswerk op een plaats waar ik (vaak) gestoord word.
A
meestal
B
toch nog vrij vaak
C
bijna nooit

Slide 34 - Quiz

Ik laat me vaak door anderen overhoren
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

Het komt voor dat ik bij het uit het hoofd leren, de woordjes opdreun zonder dat ik weet wat ik zeg.
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz

Wanneer ik Engelse woordjes moet leren, doe ik dat altijd in één keer zonder tussenpozen.
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quiz

Ik besteed bijna elke (les)dag zowel ’s middags als ’s avonds enige tijd aan het maken van mijn huiswerk.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz

mis je nog iets in deze vragenlijst wat er eigenlijk in zou moeten?

Slide 39 - Open question