Klas 1 - spelling - verkleinwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Duo's/trio's 

Klas 1G

Charlotte Jasper
Jasmijn Pepijn
Toon Lieke Skye
Tim Renske Julian
Max Lisanne David
Asel Sander
Babette Jesse
Yfke Ruben
Britt Raymon
Daniël Femke
Lucien Karlijn
Wybe Jan
Mart Kick

WELKOM

Bij Nederlands

10 min.

lezen

VANDAAG

• Schrijfopdracht
• Spelling (blz. 251): verkleinwoorden
• Maken opdrachten 
• Nakijken

Schrijfopdracht

Maak zelf een raadgedicht dat we in de klas kunnen raden! Je mag zelf een onderwerp kiezen, bijvoorbeeld: de seizoenen (lente, zomer, etc.). 

In je gedicht zitten sowieso:

• Minstens twee meervouden (eindigen op -s, 's, -en of -ën). 
• Een stellende, een vergrotende en een overtreffende trap (bijv. klein, kleiner, kleinst).
• Een verkleinwoord. 
• En hoofdletters en leestekens.

Vergeet niet: naam en klas op de voorkant, antwoord op de achterkant en een woord weglaten!

Wat hebben we de vorige les gedaan?

Schrijf in één minuut de vergrotende en de overtreffende trap van 

de volgende woorden op (bijv. snel, sneller, snelst)

1. groot

2. fantastisch

3. bewust 

Maken

Spelling Verkleinwoorden (blz. 251):

opdracht 1, 2 en 3. 

Klaar? Nakijken en verder met je raadgedicht.